Page:United States Statutes at Large Volume 8.djvu/537

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

TRAATEN MIT DER KONING DER NEDERLANDEN. Zuma Majesteit de Koning der Nederlanden en de Vereenigde Stater van Amerika, den handel en de scheepvaart wenschende te regelen, welke tussohen de twee landen in derzelver schepen respectivelyk wordt gedreven, hebben daartoe Gevolmagtigden benoemd, te weten: Zyne Majesteit de Koning der Nederlanden heeft benoemd : Jonkheer Evert Marius Adriaan Martini, lid van de ridderschap van de provincie Noord Braband, ridder der orde van den Nederlandschen leeuw, en Hoogstdeszelfs Zaakgelastigde by de Vereenigde Staten; en de President der Vereenigde Staten: John Forsyth, Secretaris van Staat van gezegde Vereenigde Staten; dewelke na hunne wederzydsche volmagten to hebben uitgewisseld, die in goede en behoorlyke orde bevonden zyn, over de volgende artikelen zyn overeengekomen: ARTIKEL I. Goederen en koopwaren onverschillig welke derzelver herkomst zy, ingevoerd of uitgevoerd wordende, in of uit de havens der Nederlanden in Europa van of naar de havens der Vereenigde Staten, in Nederlandache sohepen zullen geene hoogere of andere regten betalen, dan zullen worden geheven op gelyke goederen en koopwaren ingevoerd of uitgevoerd in nationale schepen. En wederkeerig zullen goederen en koopwaren, onvershillig welke derzelver herkomst zy, ingevoerd of uitgcvoerd wordende, in of uit de havens der Vereennde Staten van of naar de havens der Nederlanden in Europa, in de schepen dier Staten geene hoogere of andere regten betalen, dan zullen worden geheven op gelyke goederen en koopwaren ingevoerd of uitgevoerd in nationale schepen. De prernien, teruggave van regten of andere begunstigingcn van dien aard, in de Staten van eene der contracterende partyen aan den inof uitvoer met nationale scbepen toegekend, zullen insgelyks bewilligd worden, wanneer de regtstreeksche in of uitvoer tusschen de havens der twee landen za] geschieden met schepen van den anderen Staat, met dien verstande, dat zoowel in dit, als in het vorige geval, de goederen werkelyk zullen moeten zyn ingeladen in de havens, van waar die schepen respectivelyk zyn uitgeklaard. ARTIKEL II. Geene der partyen zal op de schepen der andere, hetzy dezelve ladingen tusschen de havens der Nederlanden in Europa en die der Vcree— nigde Staten overbrengen, of wel in ballast aankomen van eenig under land, eenige rcgten heffen voor tonnen-haven—baken—berg—0f redding— loon, (salvage,)—loods—quarantine-of havengelden van welke soort of benaming ook, welke in gelyke gevallen niet zullen worden gelegd op nationale schepen. ARTIKEL III. Verder is tussehen de beide contracteerende partyen overeengekomen, dat de Ncderlandsche Consuls cn Vice Consuls in de havens der Vereenigde Staten, en wederkeerig de Consuls en Vice Consuls die: Staten in de Nederlandsche havens in Europa, voortdurend al zoodanige voorregten, bescherming en bystand zullen genieten, als gebruikelyk zyn, en vereischt worden tot de behoorlyke waarneming hunner ambtsplig ten, ook met betrekking tot de deserteurs van de schepen hunner landen, zoowcl oorlogschepen als koopvaarders. (525)