Page:Ruize-rijmen 1922.pdf/104

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page does not need to be proofread.

88 Als de lijkenmachine maar draait en schiet, Ben j' 'n held, vóór je 't weet, of je wil of niet: 't Honderdduizendzooveelste geval. Heldendood! Heldendood? Heldendood?! Ben je frisch? Wanneer je 't verdraait om een held te zijn, Krijg j' 'n kogel door je kop, van je eigen kapitein: Held zijn! of — naar de verdoemenis!! Heldendood! Heldendood? Heldendood?! Ben je dwaas? Als de luint commandeert, zeg, dan toon je maar je moed! Heb het hart eens, dat je niet heldhaftig doet, Durf je niet! al ben je nog zoo'n haas! Heldendood! Heldendood? Heldendood?!

Ben je raar? Is het jou soms gevraagd, of je bekkesnijen wou? Of moest je wel weg van je kleuters en je vrouw, 'n Dooie held te worden hier of daar? Heldendood! Heldendood? Heldendood?!

Ben je dol? Neen, niet in deze machinale lijkenmakerij — In den Vrede vin'je helden en... heldinnen, allebei: Levens, tragisch, groot en kommervol. Heldendood! Heldendood? Heldendood?! Ben je gek? Bij de wet, in het Staatsblad nummer X vermeld, Is de Algemeene Heldplicht ingesteld, Dus... wéés een held, en verder hou je rrrrrml Rrrrrm — rrrrrml Rrrm, rrrm, rrrm, rrrm... 44. CHARIVARIUS' BEKEERING. Ik word pro-Duitsch. Ik word er toe gedreven Door deze jingo-yankee-polifciek. Het neme' — in doodsangst! — was hun te vergeven, Maar dat geteem van „recht", dat maakt me ziek.