Page:Ruize-rijmen 1922.pdf/237

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page does not need to be proofread.

221 'k Ben net als u ; 'k houd niets van zoo'n aanstell'rig juffie — Da's niks voor mijn! Zoo'n lekkerbekkig poppetje, zoo'n groozig nuffie, Verwend en fijn, Die zanikt om een kipj', een duifje, of patrijsje, Of caviaar — Da's niks gedaan voor u. U zoekt een huislijk meisje Van vijftig jaar. Bij ons is 't heel eenvoudig, maar toch altijd volop: Gestampte pot, Of stokvisch of zoo iets, daar zijn we allemaal dol op, Gebakken bot, Of spek, of bloemkool met wat worst of een saucijsje, Goed vet en gaar, Da's mij genoeg — ik ben toch zoo'n eenvoudig meisje Van vijftig jaar! Een pasgestorven nicht vermaakte mij haar spullen: Een overvloed! Zoodat 'k mijn heele linnenkast heb kunnen vullen Met ondergoed. We maken i n het binnenland ons huwlijksreisje; Het is wel naar, Maar 't buitenland is nu niet veilig voor een meisje Van vijftig jaar. We kijken 's uit na 'n prijsvermindering of daling, Nietwaar, Mijnheer? Of koopen nog wat meubeltjes op afbetaling, Da doe 'k wel meer. Zoo maakt gij onze woning tot een klein paleisje, Gij, toovenaar! En koningin in dat paleis — dat wordt uw meisje Van vijftig jaar! Zóó wordt dan werklijkheid wat 'k schier onmooglijk waande, Door Gods gena! 'k Verzoek u dus beleefd: antwoord per ommegaande, En antwoord JA!! Zóó wordt tot ingang van een wereldsch paradijsje Het bruidsaltaar, Waar gij uw hart en hand schenkt aan uw smachtend meisje Van vijftig jaar!