Page:Ruize-rijmen 1922.pdf/239

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page does not need to be proofread.

223 18.

EXAMEN-RIJM.

Opgedragen aan de H . B. S.-ers.

Eindexamen, eindexamen, O, verschrikkelijke tijd! Tijd van feiten, cijfers, namen. Wanneer raken we je kwijt? 'k Wijd dit vers aan ied'ren jongen, (Meisje) van de H . B. S., Volgepropt en volgedrongen, Als een groote inmaakflesch. In een stuk of twintig vakken Is zoo'n knaap geweldig knap, Diep doorkneed, en bruin gebakken, Krakend van de wetenschap. Dapper weet hij door te draven, Met de wijsheid uit zijn boek, Over homogene staven, Bolsegment en hellingshoek. Stikstofoxydule ken-d-ie, Barytwater, carbonaat, Millimol, status nascendi, Kalibmpermanganaat. Onze jonge Muzenzoon is Thuis in goniometrie, En hij zegt, of 't heel gewoon is: Sin. a tan. ?r. Zonder aarz'len schrijft hij neder Met een glans op zijn gelaat, D' inhoud van een octaëder: V ~ Ï Ö 7T r'. Ook zijn hem kathodestralen Brekingsindex, welbekend, Kryophoren, transversalen, Uitzettingscoëfficient. Hij berekent je de manen, Volle, halve — door mekaar, En hij teekent je de banen Der kometen kant en klaar.