Page:Ruize-rijmen 1922.pdf/286

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page does not need to be proofread.

L'ENVOI. Mijn boekje, ga — en maak mij, als het kan, wat vrinden. De wereld is zoo wijd — de menschen zijn zoo klein, Het

is zoo moeilijk soms, den verren vriend te vinden;

Waar wonen zij, die onze geestverwanten

zijn ?

Mijn boekje, ga — en laat de Ruize-rijmen spreken. Als gij maar hier of daar wat kleur brengt of wat licht, Dan hebt gij, kleine bode, ondanks uw gebreken, Gehoorzaam aan mijn woord, naar wensch uw werk verricht. Mijn boekje, ga — begin met moed uw zwerversleven, Verkondig wat ik voeld* en dacht, met klaren klank. Wie ik geërgerd heb, die mogen *% mij vergeven, En wie tevreden zijn, don't mention- it! — geen dank.