Page:Ruize-rijmen 1922.pdf/45

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page does not need to be proofread.

29 Waakt, kiezers! Speelt dan niet met vuur! Past op, want, dringt t' onzaalger uur De Leider zich weer i n 't Bestuur, Langs politieke bochten, Als dan god Mars zijn vuisten balt, En dreigender het schetren schalt, En... als er dan geen boekje valt, Dan is ons land gesjochten! 3. DE R A A D DER BEZADIGDEN. De heer Bogaerts: „De Eerste Kamer ia niet alleen een college van revisie, doch dient tevens door haar bezadigdheid de continuïteit van de wetgeving te waarborgen. Dit element van bezadigdheid mag niet worden miskend." De heer van Schalk: „Ik hecht aan het behoud van die Kamer op grond van het daarin gelegen element van bezadigdheid."

Zoo zij 't mij vergund dat ik zing Op den Raad van bezadigde mannen, Uit welken bezadigden Kring Alle wuftheid (bijna) is gebannen. Bezadigdheid klinkt uit hun taal, Waar geen felroode vonken uit spatten, In deze bezadigde zaal Zoemen louter gedegen debatten. Bezadigd en zacht is het licht, En bezadigd het kleed en de stoelen, In die sfeer van Gezag en Gewicht Zou geen Wijnkoop zich thuis kunnen voelen. Bezadigd zijn stem en kostuim, Bezadigd zijn blik en gebaren, Bezadigd zelfs kortswijl en luim — Bezadigd door stand en door jaren. Hoe weinig bezadigd of fijn Is 't gezegd (of i k moet me vergissen) Dat 't enkel de boden nog zijn, Die die Kamer niet graag zouden missen! Neen. Net als het nukkige wicht Het gezag van Papa of Mamma ducht, Zoo vreez' en vereer' men 't Gericht, Dat daar zetelt, sereen en bezadigd.