Page:Ruize-rijmen 1922.pdf/78

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page does not need to be proofread.

62 'k Zeg wat je doet, zeg, doe dat goed, Ook dooden en verdelgen, Ja bloed en bloed en bloed en bloed En bloed — daar kan 'k i n zwelgen! En steken met een bajonet! Vergiftigen met gassen! Maar 't meeste heb 'k mijn hart gezet Op bloed en bloed i n plassen! En is ons moordwerk eens voorbij Dan zal 'k me dood verkniezen; Hoe moet 'k me in de maatschappij Een passend handwerk kiezen? Ik weet wat. Eén vak dat ik ken! A l staat het ook wat lager Maar een waar 'k héél geschikt voor ben, Ik weet het: ik word slager! 23.

D E HOCHKULTUR E N D E BLOOMING FOREIGNER.

Het moet maar weer het topic zijn, dat niet te mijden is: Alweer de oorlog. — Hier is mijn geloofsbelijdenis. Entre les deux mon coeur balance, waarom — dat zul je lezen; Dus: honni soit qui mal y pense, 'k zal openhartig wezen. Ik mep ze beiden op 't gezicht, en 'k loof ze — doe 'k expres: Dan blijft de zaak i n evenwicht, en ik krijg geen proces. Het leusgeleuter is voor landgenooten en voor kindren, Neen, Duitschland wou den Grooten Brand — de Brit wou 'm niet verhindren.