Page:Ruize-rijmen 1922.pdf/88

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page does not need to be proofread.

72 30. W E WONEN IN E E N HOUTEN HUIS. Gerijmd na het lezen van Prof. Kernkamp's „Hou zee!" — Prof. Dr. Kernkamp. De Europeesche Oorlog. Uitg. Tjeenk Willink & Zoon, Haarlem.

We wonen in een houten huis, en 't dak dat is van riet, De heele straat staat al i n brand, alleen ons huis nog niet. Stel, er gebeurt een „ongeluk": een schip geramd — gebomd, Dan kan het zijn, gebeurt het meer, dat eind'lijk d' oorlog komt. (1) Of — als een deel van zeekre vloot i n onze waatren drijft, En niet w i l gaan — dan weet de Heer waar onze vrede blijft! (2) Geval 1 drijft ons goede land in d' armen van vriend A , Dan volgen w' hem en doen hem enthousiast in alles na. Maar worden wij naar B gekwakt — dat is dan geval 2 — Dan fluks aan B ons hart verpand, dan dwepen we met B. In elk geval doen we dan mee met al 't gepoch, 't gescheld, En iedre A (of B) is „Hun", en B (of A) een „Held". 't Hangt alles van het toeval af, van één schot — van één schip, We rollen links of rechts, we zitten midden op de wip. Bij (2) wordt Raemaekers gespietst, de Telegraaf verbrand, Bij (1) treft generaal Prins dat treurig lot — en 't Vaderland. Gij andere bladen! weest bereid, en houdt je pen gereed, De oorlog dreigt van eiken kant, en is er vóór je 't weet. Schrijft van „barbaarsch-heid" en „kuituur", artikelen, zin voor zin, Je laat maar open: „A" of „B" — dat vul je later in. Weest klaar! de straat staat al i n brand, alleen ons huis nog niet, Maar denkt 'r om: 't is een houten huis, en 't dak dat is van riet... 31. LEUZEN-RIJM. „De valsche leuze is een onmisbaar oorlogswapen Zij is bestemd voor de outsiders Men gevoelt, dat de oorlog een zoo afschuwelijk iets is, dat „belangen" niet volstaan om hem te rechtvaardigen; door edeler doel moet het afzichtelijk middel worden geheiligd." Prof. dr. Kernkamp. De Europeesche oorlog. Vitg. Tjeenk Willink en Zoon, Haarlem.

In de lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer Streed men om „belangen", Macht en Rijkdom, Grootheid, en zoo meer. Thans vecht niemand om motieven van een dergelijk laag allooi, Daarom juist is deze oorlog zoo verheffend en zoo mooi. Hoog en heerlijk is de leuze, die elk Volk in 't Vaandel voert, Wij Neutralen lezen z' alle, vol bewondering, diep geroerd Maar nu wordt toch tegenwoordig 't aantal wel zóó uitgebreid, Dat 'k ze maar eens heb verzameld — want je raakt de tel haast kwijt.