Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/1124

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

STRIDENT.


  • = zweef (gymn.); To get into one's — = op streek komen; To take long —s.
  • Strident, [str`a`id'nt], krassend, snijdend; Stridor, [str`a`id[e]], hard krassend geluid; Str|idul`ation = piepend, snorrend geluid; Stridulous, [str`idjul[a]s], krassend, piepend, knarsend.
  • Strife, [straif], strijd, twist: To be at —.
  • Strike, [straik], subst. strijkel (bij het graanmeten), maat van 1/2 tot 4 bushels; werkstaking; verb. slaan, stooten, botsen, treffen, strijken, afstrijken (bij het graanmeten), licht aanraken, staken, munten, stooten op, aanheffen, aannemen, (wortel)schieten: To come, to go on — = het werk staken; To declare a — off = opheffen; To — accounts = rekeningen afsluiten, opmaken; To — an attitude = zich in postuur stellen; To foolish attitudes = dwaze houdingen aannemen; To — a bargain = een koop sluiten; To — a blow = een slag toebrengen; The camp was struck, marching orders having been received = het kamp werd opgebroken; To — coins = munten slaan; To — fire = vuur slaan; To — one's foot against = stooten met; We struck hands with them = sloten een verdrag; To — a match on one's sleeve = aanstrijken; To — oil = een petroleumbron ontdekken; fortuin maken; We struck the railway and followed the line = kwamen aan de spoorlijn; The ship struck a hidden rock = stootte op een blinde klip; To — sail = strijken; To — the sands = op 't strand loopen; We could — no soundings there = konden er geen grond vinden; To — work = het werk staken; Heaven has struck him blind (dumb) = heeft hem met blindheid, stomheid geslagen; It —s cool after these hot rooms = 't voelt kil, komt kil aan; To — home = raak slaan, gevoelig treffen; An idea —s me = daar valt me in; It —s me that you are pale = het valt mij op; He struck at my heart = richtte een slag op; The moment he comes back, I — for a subscription = zal ik een poging doen om hem te laten inteekenen; Here the cricket struck in = viel mee in, begon mee te doen; He died of small-pox struck in = naar binnen geslagen; I'll try to — in with your wishes = te doen overeenkomstig; Let us — into that green track = inslaan; — off a shilling = doe er af; He was struck off the roll (list) = geroyeerd; He struck off the heads of all the poppies = sloeg af; Struck on a girl = verliefd op; He struck out forcibly = sloeg krachtig armen en beenen uit ((bij het zwemmen); To — out for oneself = zich zelf een weg banen (fig.); Why did you not — out this word? = heb je niet doorgehaald; I have struck out an entirely new plan = bedacht; To — to = zich overgeven, slaan op; The band struck up the national anthem = zette in; I have struck up a friendship (an acquaintance) with him = heb aangeknoopt; —-measure = strijkmaat; —r = wie of wat slaat, treft, enz., handlanger, officiers{{peh