Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/211

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

COLLAR.


  • Collar, [k`ol[e]], subst. kraag, boord(je), halsband, halsring; verb. een halsband, enz. aandoen, bij den kraag pakken, de hand leggen op, wegnemen, stelen; eene rollade maken: Against the — = met tegenzin; He slipped the — = streek de halster (af), ging er vandoor; He is out of — = buiten betrekking, heeft geen werk; A — of brawn = eene rollade van varkensvleesch; The beef was —d = het vleesch werd tot den vorm eener rollade gemaakt; —-beam = dwarsbalk; —-bone = sleutelbeen; —-work = zwaar werk; —ed herring = rolmops; Collar`e`tte = dameskraagje.
  • Collate, [k[e]l`e`it], vergelijken (vooral van oude handschriften of boeken), ordenen of rangschikken, schenken, overdragen, met een kerkelijk "benefice" begiftigen; Collation, [k[e]l`e`i[vs]'n], vergelijking; lichte maaltijd, begiftiging, geschenk; Collator, [k[e]l`e`it[e]], vergelijker, collator, schenker.
  • Collateral, [k[e]l`at[e]r'l], subst. bloedverwant in de zijlinie, adj. zij aan zij, parallel loopend, indirect, zijdelingsch: — security = bij- of nevenborg; subst. —ness.
  • Colleague, [k`olîg], subst. ambtgenoot; verb. ([kol`îg]) zich vereenigen, samenspannen; —ship.
  • Collect, [k`olekt], kort gebed, gebed voor een bepaalden tijd of dag; vijver, waterplas (Amer.).
  • Collect, [k[e]l`ekt], vereenigen, verzamelen, incasseeren; afhalen; door waarneming of inlichting verkrijgen; gevolgtrekkingen maken: He —ed himself = hij herkreeg zijne zelfbeheersching; He was not —ed = bedaard, zichzelf meester; Collection = verzameling, incasseering (v. coupons), gevolgtrekking, buslichting; — bag (box) = kerkzakje; —s = een soort tentamen (Oxf.); To make a — = collecteeren; Collective = verzamelend, vereenigd, afleidend (uit): The — body of a nation = Body Politic; Collector = verzamelaar, ontvanger (v. belastingen enz.); een der twee B. A.'s met de regeling der Dispuutcolleges belast (Oxf.); Coll`e`ctorate, Coll`e`ctorship = ontvangersdistrict of ontvangersbetrekking.
  • College, [k`olid[vz]], college, seminarium, universiteit, leerinrichting; verkiezingslichaam (Amer.): —-pudding = pudding van nierenvet, brood, rozijnen en eieren.
  • Collegiate, [k[e]l`îd[vz]i|it], subst. lid van een college; adj. tot een college behoorende: — church = collegiale kerk, die door het kapittel en de kanunikken wordt bediend en geen bisschopszetel heeft.
  • Collet, [k`ol[e]t], halsband, ringkas.
  • Collide, [k[e]l`a`id], tegen elkander stooten.
  • Collie, [k`oli], Schotsche herdershond.
  • Collier, [k`olj[e]], kolengraver, kolenhandelaar; kolenschip; —y = kolenmijn, kolenhandel.
  • Colligate, [k`olig`e`it], verbinden; Collig`ation = samenhang.
  • Collision, [k[e]l`i[vz]'n], botsing, aanvaring; tegenstand.
  • Collocate, [k`ol[e]k|e|it], plaatsen, stationeeren; Colloc`ation = bijeenplaatsing, regeling.