Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/379

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

EXQUISITE.


  • boeken, door den Paus verboden, zoolang zij niet van de daarin voorkomende dwalingen zijn gezuiverd.
  • Exquisite, [`ekskwizit], uitgezocht, uitgelezen, voortreffelijk, verfijnd, keurig, lekker; hevig, verschrikkelijk, diep; subst. fat; subst. —ness; `E`xquisitism = fatterigheid.
  • Exsanguinity, [|eksa[n,]gw`initi], bloedarmoede; Exsangui(n)ous, [[e]ks`a[n,]gwi(n)[a]s], bloedarm.
  • Exsect, [[e]ks`ekt], uitsnijden; subst. Exs`e`ction.
  • Exsiccant, [[e]ks`ik'nt], subst. en adj. opdrogend (kruid of middel); Exsiccate, [`eksikeit], [[e]ks`ikeit], op- of uitdrogen; subst. |Exsicc`ation.
  • Exsuccous, [[e]ks`[a]k[e]s], saploos, droog.
  • Extant, [`ekst'nt], [[e]kst`ant], bestaande, voorhanden, aanwezig; uitstekend.
  • Extasy, [`ekst[e]si]. Zie Ecstasy.
  • Extemporal, [[e]kst`emp[e]r'l], Extemporaneous, [[e]kstemp[e]r`e`inj[e]s], onvoorbereid; subst. Ext|empor`aneousness; Extemporary, [[e]kst`emp[e]r[e]ri], Extempore, [[e]kst`emper|î], onvoorbereid, voor de vuist; Extemporize, [[e]kst`emp[e]r|a|iz], voor de vuist spreken, improviseeren; Ext`e`mporizer = improvisator.
  • Extend, [[e]kst`end], uitstrekken, uitbreiden, verspreiden, rekken, verlengen, verwijden, vergrooten, zich uitstrekken, rekken, zich verspreiden, beslag leggen: An invitation was —ed to me = mij ook werd eene uitnoodiging gezonden; I — my best hopes to you = ontvang; A more —ed book = omvangrijker boek; This group requires —ed notice = het is noodig, dat wij deze groep van naderbij bezien; He had the most —ed powers = de meest uitgebreide volmacht; —ible = uitrekbaar; |Extensib`i`lity = uitrekbaarheid; adj. Extensible, [[e]kst`ensib'l] = Extensile, [[e]kst`ensil], rekbaar; Extension, [[e]kst`en[vs]'n], uitbreiding, uitstrekking, verlenging, rekken, uitgebreidheid; omvang; Extensionist, [[e]kst`en[vs][e]nist], iemand, die vóór extension (d. i. uitbreiding en verspreiding van universitair onderwijs) is; Extensive, [[e]kst`ensiv], uitgebreid, veelomvattend: — knowledge = uitgebreide kennis; subst. —ness; |Ext`e`nsor, strekspier; Extent, [[e]kst`ent], uitgebreidheid, omvang, beslaglegging: To a certain — = tot op zekere hoogte; To the — of = ten bedrage van; He laughed at me to such an —, that I got my back up = lachte zóó om mij, dat ik boos werd.
  • Extenuate, [[e]kst`enju|e|it], verzachten, verminderen: Extenuating circumstances = verzachtende omstandigheden; subst. |Extenu`ation; Ext`e`nu|ator = verzachter; adj. Ext`e`nu|atory.
  • Exterior, [[e]kst`îri[e]], subst. buitenzijde, uiterlijk; adj. buitenste, buiten..; uiterlijk, buitenlandsch: — angle = buitenhoek; —ity, [[e]kstîri`oriti], uiterlijkheid, buitenzijde, overdreven oplettendheid voor uiterlijke dingen.
  • Exterminate, [[e]kst`[â]min|e|it], uitroeien, verdelgen, elimineeren; subst. |Extermin`ation; Ext`e`rmin|ator = verdelger; Ext`e`rmin|atory war = verdelgingskrijg.
  • Extern, [[e]kst`[â]n], externe (leerling); adj. uiterlijk, uitwendig = —al, subst. uitwen{{peh