Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/697

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

MEDITATE.


  • Mechlin, [m`eklin], Mechelen, Mechelsche kant = —lace.
  • Meconium, [mik`o`uni[e]m], kinderpek; papaversap.
  • Medal, [m`ed'l], medaille; verb. een medaille verleenen; —lic, [m[e]d`alik], medaille..; —lion, [m[e]d`alj'n], penning, medaillon; —list = penningkundige, met eene medaille bekroonde, stempelsnijder.
  • Meddle, [m`ed'l], zich bemoeien: Do not — with my affairs = steek je neus niet in; Do not — with him = bemoei je niet met hem; I will neither — nor make with it = ik wil er niets mee te maken hebben; —r = bemoeial; —some = bemoeiziek; subst. —someness = Meddling, ook subst.
  • Mede, [mîd], Mediër; Medea, [mid`î[e]]; Media, [m`îdj[e]], Medië.
  • Medieaeval, [m|edi`îv'l], [m|îdi`îv'l], middeleeuwsch, ouderwetsch; —ism = de geest der middeleeuwen in kunst en godsd.; —ist = kenner, vereerder der middeleeuwen; —ize = middeleeuwsch maken.
  • Medial, [m`îdj'l], gemiddeld, middel..: An initial, , final consonant = begin-, tusschen- en eindmedeklinker.
  • Median, [mîdj'n], midden-, mediaan; van Medië, Mediër.
  • Mediate, [m`îdi-it], adj. in het midden liggend, bemiddelend; verb. ([m`îdi|e|it]) bemiddelen, als bemiddelaar optreden: —d water = suikerwater; Medi`ation = bemiddeling, voorspraak.
  • Mediatization, [mîdi[e]tiz`e`i[vs]'n], subst. v. Mediatize, [m`îdi[e]t|a|iz], aan de staatsoverheid onderwerpen.
  • Mediator, [m`îdieit[e]], bemiddelaar; adj. M|ediat`orial; M`ediatorship; M`ediatory = bemiddelend; M|edi`atrix of M`edi|atrix.
  • Medical, [m`edik'l], geneeskundig, medisch: — man = medicus; — Officer and Public Vaccinator for a district = districts armendokter; — profession = beroep van geneesheer; — student; Medicament, [m[e]d`ik[e]ment], [m`edik[e]m|ent], geneesmiddel; M|edicam`e`ntal = geneeskrachtig, heilzaam; Medicaster, [m`edik|ast[e]], kwakzalver; Medicate, [m`edik|e|it], geneeskundig bereiden of behandelen: —d coffee = geneeskrachtige koffie; M|edic`ation = geneeskundige behandeling of bereiding; Med`i`cinal = genezend; Medicine, [m`edsin] of [m`edisin], geneesmiddel, geneeskunde: —-bag = amulet; —-chest = medicijnkist; —-man = dokter en bezweerder bij de indianen; Medico, [m`edik|o|u], subst. esculaap (schertsend voor geneesheer); adj. tot de geneeskunde behoorende: —-legal = tot de gerechtelijke geneeskunde behoorende; Medicus.
  • Medina, [mid`în[e]], Medina; [mid`a`in[e]], rivier op Wight, stad in Amerika.
  • Mediocre, [m`îdi|o|uk[e]], middelmatig: Mediocrity, [m|îdi`okriti], middelmatigheid; middelmatig persoon.
  • Meditate, [m`edit|e|it], peinzen, overdenken, voornemens zijn; subst. Medit`ation; M`e`dit|ative = peinzend, zinnend; subst. —ness; M`e`dit|ator.