Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/751

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

NOBILITY.


  • Ninny, [n`ini], sukkel.
  • Niobe, [n`a`i[e]bî], Niobe.
  • Nip, [nip], verb. nijpen, knijpen, omsluiten, afknijpen, door vorst beschadigen of vernielen, snijden (van koude), prikken, kwellen, pijnigen, ergeren; subst. kneep(je), beschadiging (door vorst en koude), slag, wippertje (borrel): —ped in the bud = in den knop gedood; in de kiem gesmoord; —ped by the ice = ingesloten door; I'll first take my — and then my nap = eerst mijn wippertje en dan mijn knippertje; He takes two —s a-day = hij gebruikt zijne twee borrels per dag; There was an exhilarating — in the air = de vorstige lucht had iets opwekkends; —per = knijper, voortand van een paard, schaar (van een kreeft), vorstige dag, peuter, jongmaatje; —pers = (kleine) nijptang, schaar, knijper(s), soort handboeien; —ping = knijpend, scherp, snijdend, sarcastisch, stekelig; geaffecteerd (Amer.); —py = krachtig; scherp, bijtend: You had to look very —py to see him = scherp en vlug kijken.
  • Nipple, [n`ip'l], tepel.
  • Nirvana, [nirv`âna], Nirwana; Nisan, [n`a`isan], [nîs`ân].
  • Nisi Prius, [n`a`isai pr`a`i[e]s], (= unless previously), bevelschrift den Sheriff gelastend voor een Jury te zorgen aan het Court of Westminster, tenzij de Judges of Assize eerder naar zijn County komen; bevoegdheid aan deze writ ontleend; behandeling van een zaak krachtens dit bevel; civiele zaken door de Judges of Assize behandeld.
  • Nit, [nit], neet (van ongedierte).
  • Nitre, [n`a`it[e]], salpeter; N`itric: — acid; N|itrific`ation = salpetervorming; N`itrify = tot salpeter vormen (worden); N`itrogen, stikstof; N`itro-gl`y`cerine; N`itrous: — acid = salpeterig zuur; N`itry = salpeter{{...
  • Nix(ie), [n`iks(i)], watergeest.
  • Nizam, [niz`âm], [niz`am], titel van den vorst van Hyderabad.
  • No, [nou], neen, niet; geen; subst. ontkenning, weigering, tegenstemmer, stem tegen: — cards = algemeene kennisgeving; — such matter = geenszins; 't Is — matter = het kan niets schelen; By — means = in geen geval; Of — use = nutteloos; —! (als uitroep) = och kom! wat je zegt! There is — avoiding it = dat is niet te vermijden; The —es have it = het voorstel is verworpen; Twenty —es and five ayes = twintig stemmen tegen en vijf vóór; The everlasting — = ontkenning van het bovenzinnelijke, de sceptische geest.
  • Noah, [n`o`u[e]], Noach.
  • Nob, [nob], knop, kop, hoofd; hooge (oome): Old —s = de oude heer; —by = prachtig, piekfijn.
  • Nobble, [n`ob'l], beetnemen, bepraten, gappen: To — the favourite = de favourite door eenig gift ongeschikt maken om mee te loopen; —r = slag op het hoofd; diefjesmaat.
  • Nobiliary, [n[e]b`ilj[e]ri], adellijk, adel{{...; subst. adelboek.
  • Nobility, [n[e]b`iliti], adel tot en met de Barons; grootheid: — of soul; Noble, [n`o`ub'l],