Page:Ruize-rijmen 1922.pdf/106

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page does not need to be proofread.

90 45. H E T MEILIED DER MOEDERS. Opgedragen aan allen, die nog het goede in den oorlog veten te waardeeren. „Met de vervaardiging der kunstledematen voor de verminkten schiet men hard op; bijna allen zullen binnen kort geholpen zijn. — Een zeer geschikte betrekking voor de jongelieden, die blind geschoten zijn — een schrikbarend groot aantal — is die van masseur. De opleiding geschiedt kosteloos." — Bericht in de bladen.

„Als de Mei komt, Ben ik blijde; In den morgen, Zoel en zacht, Dwaal ik rond langs Weg en weide; Wees gegroet, gij Tijd der tijden, Als het lenteleven lacht!" „Als de Mei komt, Ben ik blijde, En ik strale van geluk, Want mijn kind zal Niet meer rijden, Neen, dan loopt hij Aan mijn zijde, Want mijn jongen Krijgt zijn kruk." „Als de Mei komt, Ben ik blijde, Is mij 't harte Licht en warm, Want mijn kind, zooals men zeide, Heeft dan weer Zijn armen, beide, Want hij krijgt zijn Houten arm." „Als de Mei komt, Ben ik blijde, Want de wolf blijft Van de deur: