Page:Ruize-rijmen 1922.pdf/162

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page does not need to be proofread.

146 7. RUST-RIJM. C h a r i v a r i u s m a g z i c h niet vermoeien. T o e n hij dezer d a g e n ter v e r p o o z i n g Gorter'8 „ A f e t " , w e e r eens doorbladerde, viel z i j n oog o p de volgende regels: . . . . . V a n ijs i n zee, een oud g e b a a r d m a n , die S t o n d op, b o k a a l ter h a n d , en uit v e r s c h i e . . . " H e t h i e r toegepaste systeem vereenvoudigt d e n z w a r e n arbeid v a n het r i j m e n a a n m e r k e l i j k ; m e n heeft niet a n g s t v a l l i g te zoeken n a a r een w o o r d dat i n z i j n geheel r i j m t ; licht v i n d t m e n er een w a a r v a n een enkele letter p a s t ; de overige l a a t m e n weg, e n het r i j m is k l a a r . D i t is het rijm-systeem v o o r rustbehoevenden. N a a r deze methode v e r v a a r d i g d , vloeide h e m de volgende Ballade als 't w a r e v a n zelf u i t de v u l p e n :

DE RIDDER V A N GRANADA. •••

(Vrij naar Schiller)

Er leefd' i n overouden tijd In 't land van Granada, Zijn vorst i n trouwen dienst gewijd, Een wakkre ridderkna. De koning had den jonker lief, E n jacht, en sport, en spel Werd bloot voor 's gunstelings gerief Ten Hove ingestel. Zoo werd èn Hof èn landvolk vaak, Door bode en klokgelui, Genood tot 't griezelig kijkvermaak Rondom den leeuwenkui. Eens op een dag zijn maagd en borst, En ridders, rij aan rij, Verzameld bij den ouden vorst, In 't lustpark van 't palei; Rondom den diepen leeuwenkuil, Die dreigend gaapt benee: Hier 't jolig juichen — daar 't gehuil Van tijger en van lee. Men oogt 't gestoei van 't woest gebroed Met grage blikken na; En d' oude vorst schertst welgemoed: ,,'t Is beter hier, dan da!" De jonge ridder zit naast haar — De jonkvrouw, trotsch van zin, Maar 't schoonste van de maagdenschaar. En fel van hem bemin.