Page:Ruize-rijmen 1922.pdf/257

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page does not need to be proofread.

241 Aan de meid en aan de knecht, Aan de naaister, de coupeuse Worden lijsten voorgelegd Van de Plaatselijke Keuze " •t Is alles zeer correct gezegd, en juist geredeneerd, t Zal en mensch èn jurist dan ook geheel voldoening schenken Maar als je over al het droeve drankwee p r a k k i s e e r t ' Dan ga je toch van zelf wel weer eens even, even denken

33.

DE BLAREN E N DE BLADEN.

De bollen zijn weer uitgebloeid, De fijne blaadjes uitgegroeid, Een buitje heeft den grond besproeid, Weer botten knop en sprietje; De lieve lente is weer daar, Zoo volgen eeuwig, ieder jaar De jaargetijden op elkaar —• 't Is altijd 't oude liedje. 't Is altijd weer dezelfde geur, Dezelfde vorm, dezelfde kleur, Natuur-zelf volgt den ouden sleur Bij bloemen en bij planten Zoo is 't ook steeds dezelfde taal, Gedachtelooze woorden-praal Van beeldspraak, kreupel en banaal, In onze mooie kranten.

  • -

Het eene blad „staat op de bres", En dadelijk, een stuk of zes, Jaloersch van 't litterair succes, Die nemen 't termpje over. Oorspronkelijk zijn? Onnoodig is 't, Dat heeft 't publiek allang beslist, Neen, ben j ' 'n handig journalist, Dan steel je als een roover. 16