Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/1017

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

SEDERUNT.


  • out a — = verklappen; subst. —ness.
  • Secretariat(e), [s|ekr[e]t`êriat], secretariaat; Secretary, [s`ekr[e]t[e]ri], secretaris, minister, secretaire, secretarisvogel: The Home, Colonial, Foreign — = de Minister van Binnenl. Zaken, van Koloniën, van Buitenl. Zaken; The — of War = Minister van Oorlog; Private — = particulier secretaris; — of an embassy (legation) = gezantschapssecretaris; —ship.
  • Secrete, [sikr`ît], verbergen, verhelen, afzonderen, afscheiden (uit het bloed, enz.); Secretion, [sikr`î[vs]'n], afscheiding; Secr`etive = afscheiding bevorderend; geheim, heimelijk; subst. —ness; Secr`etory of S`ecretory = afscheidend.
  • Sect, [sekt], sekte; —arian, [sekt`êri[e]n], subst. afgescheidene; ook adj.: —arian school = confessioneele school; —arianism = sektegeest; —arianize = van sektegeest doortrekken; —ary = aanhanger eener sekte.
  • Sectile, [s`ektil], splijtbaar.
  • Section, [s`ek[vs]'n], snijding, doorsnede, sectie (med.), afdeeling, paragraaf, stuk (staats)land van 640 acres (Amer.); verb. in secties verdeelen: Longitudinal — = overlangsche doorsnede; Transverse — = dwarse doorsnede; —al = tot eene section behoorende, uit sections bestaande; —alism = particularisme; Sector = sector; Sectorial, [sekt`ôri[e]l], subst. snijtand; adj. snijdend.
  • Secular, [s`ekjul[e]], subst. wereldlijk priester; adj. wereldlijk, honderdjarig, wat men slechts na groote tijdsruimten kan waarnemen, seculair: — clergy = seculieren; —ism = naam van een ethisch stelsel op de natuurlijke zedeleer gegrond; —ist, subst. aanhanger van —ism; adj. tot —ism behoorende; —ity, [s|ekjul`ariti], wereldsgezindheid; —iz`ation = secularisatie; —ize = seculariseeren.
  • Secundine, [s`ek[e]nd|a|in], nageboorte.
  • Secure, [sikj`û[e]], adj. veilig, vertrouwend op, zeker, verzekerd; verb. beveiligen, vastmeeren (van schepen), verzekeren, beschermen, beperken, zich verzekeren van, pakken, opsluiten: The name of a great man is already — to him = hem al gewaarborgd; I have —d two seats in the stalls = twee plaatsen genomen; In this way you will be —d against such mistakes = zult gij u hoeden of bewaren voor; Amply —d = voldoende gewaarborgd; Security = veiligheid, verzekerdheid, pand, borg(tocht), waarborg, obligatie: Government securities = staatspapieren; — is mankind's greatest enemy = het zich veilig weten of wanen met daaruit voortspruitende zorgeloosheid is 's menschen grootste vijand.
  • Securiform, [sikj`ûrif|öm], bijlvormig.
  • Sedan, [sid`an], draagstoel = —-chair.
  • Sedate, [sid`e`it], kalm, rustig, bezadigd; subst. —ness.
  • Sedative, [s`ed[e]tiv], subst. en adj. pijnstillend of kalmeerend (middel).
  • Sedentariness, [s`ed'nt[e]rin[e]s], subst. v. Sedentary, [s`ed'nt[e]ri], zittend: Mine is a — life = ik heb een zittend leven.
  • Sederunt, [sid`îr'nt], zitting van een hof;