Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/1016

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

SECANT.


  • Secant, [s`îk'nt], subst. snijlijn; adj. snijdend, verdeelend.
  • Secede, [sis`îd], zich afscheiden of terugtrekken: He —d from the royal party; —r = afvallige, afgescheidene.
  • Secern, [sis`[^a]n], scheiden, afscheiden; —ent, subst. en adj. afscheidingsorgaan, afscheiding bevorderend (middel).
  • Secession, [sis`e[vs]'n], afscheiding: The war of — = de burgeroorlog in Amerika (1861-65); Secessionist = afgescheidene; iemand die het in den burgeroorlog met de Zuidelijke staten hield (Amer.); deze wordt ook kortweg Secesh, [sis`e[vs]], genoemd): The — Bauers = de Boeren, die niet Krügers regeering steunden.
  • Seclude, [sikl`ûd], afsluiten, buitensluiten, afzonderen; —d = afgezonderd: He leads a —d life = leeft zeer afgezonderd en eenzelvig; Seclusion, [sikl`û[vz]'n], afzondering, uitsluiting: To live in —; Seclusive, [sikl`ûsiv], afzonderend, uitsluitend.
  • Second, [s`ek'nd], subst. tweede, secondant, helper, seconde, secundawissel; adj. tweede, tweede (inferieure) kwaliteit, volgende op, ondergeschikt, ander; verb. steunen, helpen, laten volgen: I can play a — on the piano = accompagneeren; — in command = onderbevelhebber; I am — to none in love of country = doe voor niemand onder; He got his — breath (wind) = kwam weer op adem; Every — day = om den anderen dag; To play — fiddle = de tweede viool spelen; On — thoughts = bij nader inzien; — youngest = op een na de jongste; The motion was —ed = werd gesteund; He came off —-best = was op één na de beste, trok aan 't kortste eind; —-cousin = achterneef (-nicht); —-hand = uit de tweede hand, voor oud: A —-hand bookseller = tweedehandsboekhandelaar; —-hand witness = getuige, die wat hij meedeelt, slechts van hooren zeggen heeft; —-mourning = lichte rouw; —-rate = van den tweeden rang: A —-rate actor = acteur van den 2en rang; —-sight = vermogen om profetische visioenen te zien; Secondary, subst. afgevaardigde, gedelegeerde; adj. ondergeschikt, niet oorspronkelijk, ontleend, bijkomend: — circumstances = bij-omstandigheden; — colours = secundaire kleuren; — tints = zachte, grijze tinten; Seconder = steuner, bevestiger.
  • Secrecy, [s`îkrisi], geheimhouding, eenzaamheid, omzichtigheid: In — = in 't geheim, stilletjes; I bound them over to —, enjoined — on them = legde hun geheimhouding op; I trusted to (relied on) your — = vertrouwde (rekende) op uwe geheimhouding: Secret, [s`îkr[e]t], subst. geheim, stil gebed (bij de mis); adj. geheim, verborgen, stil, vertrouwelijk: The great — = het hiernamaals; Official — = ambtsgeheim; It was an open — = publiek geheim; In — = stilletjes; Can you keep a —? Then keep this (a) — = een geheim bewaren? Houd dit dan geheim; I would not let him into this — = ik wou hem niet in dit geheim inwijden; To let