Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/1131

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

SUBREPTION.


  • = subjectief; Subjectivity, [s|[a]bd[vz][e]kt`iviti], subjectiviteit.
  • Subjoin, [s[e]bd[vz]`ô`in], toevoegen, achteraan voegen: I — the following remarks = voeg hier aan toe; —ed = hiernevens.
  • Subjugate, [s`[a]bd[vz]ug|e|it], onder het juk brengen, gekluisterd houden; subst. S|ubjug`ation; S`u`bjug|ator = onderwerper.
  • Subjunction, [s[e]bd[vz]`[a][n,]k[vs]'n], bijvoeging, toevoeging: In — to = verbonden met; Subj`u`nctive = aanvoegende, onderstellende (wijs).
  • Sublate, [s[e]bl`e`it], wegvoeren, verwijderen.
  • Sublet, [s[a]bl`et], onderverhuren.
  • Sublimate, [s`[a]blim|e|it], verb. sublimeeren; veredelen; subst. [s`[a]blimit], sublimaat: Our time tries to — away many dogmas = vele leerstukken, al verfijnend en veredelend, te doen verdwijnen; subst. S|ublim`ation.
  • Sublime, [s[e]bl`a`im], adj. verheven; — verb. sublimeeren, gesublimeerd worden; verheffen, veredelen: The — = het verhevene; — Porte = de Verheven Porte; From the — to the ridiculous there is but one step; Sublimity, [s[e]bl`imiti], verhevenheid: His — = titel van den Sultan.
  • Sublunary, [s[a]bl`ûn[e]ri], ondermaansch, aardsch.
  • Submarine, [s|[a]bm[e]r`în], onderzeesch; subst. zeeplant (—dier); ook — boat.
  • Submerge, [s[a]bm`[â]d[vz]], onderdompelen, onder water zetten, overstroomen: The —d population = de (in den strijd om 't bestaan) ondergegane bevolking; —nce = Submersion, [s[a]bm`â[vs]'n] = onderdompeling, overstrooming.
  • Submission, [s[e]bm`i[vs]'n], onderwerping, onderdanigheid, schulderkenning, nederigheid; Subm`i`ssive = onderdanig, onderworpen, nederig; subst. —ness; Submit, [s[e]bm`it], (zich) onderwerpen of vernederen, voorleggen, aanbieden, beweren: He had to — to that humiliation = moest zich onderwerpen; I — this matter to your better judgment = onderwerp; The Governor —ted my name for appointment to the place = gaf mij op ter benoeming; To — a testimonial = overleggen; He —ted that it was impossible = gaf te kennen, gaf toe.
  • Submultiple, [s[a]bm`[a]ltip'l], factor.
  • Subocular, [s[a]b`okjul[e]], onder het oog.
  • Subordinate, [s[a]b`ödinit], ondergeschikt, onderhoorig; subst. ondergeschikte, bijzin; — verb. ([s[a]b`ödin|e|it]) onderwerpen, ondergeschikt maken; —ness = Sub|ordin`ation = ondergeschiktheid, onderwerping; Breaches of — = insubordinatie.
  • Suborn, [s[a]b`ön], omkoopen, tot meineed verleiden: He was hanged unlawfully, the evidence being —ed = aangezien de getuigen omgekocht waren; —`ation = omkooping; gehoorzaamheid: — of perjury = meineed; —er.
  • Subpoena, [s[a]bp`în[e]], subst. dagvaarding met strafbedreiging bij niet-verschijning = Writ of —; — verb. dagvaarden.
  • Subramose, [s[a]b-r`e`imous], Subramous, [s[a]br`e`im[e]s], met weinig takken.
  • Subreption, [s[e]br`ep[vs]'n], verkrijging op slink{{peh