Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/1184

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

THINGUMMY.


  • nabij; —s past may be repented but not recalled = gedane zaken nemen geen keer; As —s stand = zooals de zaken staan; It comes all to the same — = komt alles op hetzelfde neer; You have got the wrong — = het verkeerde; He knows (is up to) a — or two = hij is slim, goed op de hoogte; He made a tidy (good) — of it = hij sloeg er een slaatje uit; I like him above all —s = bovenal; It was quite in the nature of —s = het sprak (volgde) vanzelf, lag in den aard der zaak, in de rede.
  • Thingummy, [th`ing[e]mi], Dinges, dingsigheidje, goedje: His name was held up to — = aan de verachting prijs gegeven; Their pink silk thingummies = hunne rose zijden japonnetjes.
  • Think, [thi[n,]k], denken, vinden, meenen, oordeelen, bedoelen, onderstellen, achten: Only — = denk eens aan; To — = als men bedenkt; I should — not indeed = dat moest er nog bijkomen; I should — so = dat zou ik denken; To — about a thing = ergens over denken; More than you — for = dan ge verwacht; What do you — of him? = wat denkt ge van hem; Now that I come to — of it = nu ik mij eens goed bezin; I have thought better of it = mij bedacht; He —s much of you = schat u hoog, heeft een hoog idee van u; To — on (over) = nadenken over; No, thought I to myself = dacht ik bij mezelf; I — with you there = dat ben ik met u eens; Me—s = mij dunkt (verouderend); —able = denkbaar; —er = denker; Thinking: To my — you might have profited more by it = mijns inziens; He is of my way of — = 't met mij eens.
  • Thionville, [t|î[e]nv`il], Diedenhoven.
  • Third, [th[^a]d], subst. en adj. derde (deel), terts, tertia wissel; (—s = het derde van de bezittingen van den overleden man, waarvan de weduwe het vruchtgebruik heeft): The — Estate = de burgerij; —-class; —-rate = 3de rangs; —ly = ten derde: —sman = scheidsman.
  • Thirl, [th[^a]l], doorboren, perforeeren.
  • Thirst, [th[^a]st], subst. dorst (ook fig.); verb. dorsten, vurig verlangen: His (the) — after wealth and honour = zijn dorst naar; A —(ing) for power = een haken naar; My throat is parched with — = is droog, ik versmacht van dorst; Thirstiness, subst. v. Thirsty = dorstig, droog, versmachtend: I am — = ik heb dorst.
  • Thirteen, [th`[^a]tîn], subst. en adj. dertien(tal); —th, subst. en adj. dertiende (deel); Thirtieth, [th`[^a]ti[e]th], subst. en adj. dertigste (deel); Thirty, [th`[^a]ti], subst. en adj dertig(tal): The — Years' War = Dertigjarige Oorlog.
  • This, [dhis], deze, dit: — day week = vandaag vóór een week; — is Thursday = 't Is vandaag; — one and the other = deze en gene; It was Miss Mary — and Miss M. that = vóór en na; Generals — and that = die en die; Just allow it for — once = dezen éénen keer; You must be ready by — (time) = thans; From — to X. = van hier naar X.;