Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/1347

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

WORDSWORTH.


  • parool, motto; verb. onder woorden brengen: The — = de H. Schrift; Money is the — = geld is de boodschap; He is as good as his — = houdt zijn woord = He has not been worse than his —; There were angry —s between us = we hadden hooge woorden; At a — = met één woord; By good — = met goedheid; He communicated it to me by — of mouth = mondeling; I repeated it to him — for — = woord voor woord; In a (one) — = in één woord, kort en goed; There you have it in a — = met dat ééne woord is alles gezegd; He is a hero in —(s) = een held met den mond; To a — = woordelijk; Upon my — = op mijn woord; To come to —s = woorden krijgen; He tried to get away from his — = van zijne belofte af te komen; I could not get in a — edgeways = er geen woord tusschen krijgen; To stick to one's — = zijn woord houden; I take you at your — = houd je aan; To take up the — again = weer opvatten; To understand at half a — = met een half woord verstaan; To bring — = bericht brengen; You shall eat your —s = terugnemen; He gave me many kind —s = sprak zeer vriendelijk; I must have a — with you = u even spreken; To have a few —s = woorden (ruzie) hebben; To have the final — = het laatste woord hebben; I have your — = uw woord, verzekering; I won't have any —s about it = ik wil er niet van hooren; She hasn't a good — to say of (for) anybody = zij heeft op iedereen wat te zeggen; To keep one's = houden; To leave — with the servant = boodschap achterlaten; I should like a — with you = je gaarne even spreken; To put in a good — for = een goed woordje doen voor = To say a good — for; He has not said his last — = zijn laatste woord nog niet gezegd (fig.); I'll send you — = ik zal u eene boodschap zenden; To speak a good — for, Zie Put in; You may take my — for it = gij kunt erop aan; To take the — = het woord nemen; To write — = bericht zenden; —-book = woordenlijst; —-building = woordvorming; —-catcher = woordenzifter, woordenvitter; —-catching; —-painter = woordkunstenaar; —-painting = woordkunst; —-picture = beeld of beschrijving; —-spin = met woorden schermen: Journalists can —-spin on occasion = verstaan de kunst om met veel woorden niets te zeggen; —-spinner = redekunstenaar; —-square = reeks v. woorden (in een vierkant) die hetzelfde woord opleveren hetzij naar beneden of van rechts naar links gelezen; Cautiously —ed = voorzichtig gesteld; A well—-ed letter = een goed gestelde brief; —ing = redactie, bewoordingen; —iness, subst. v. —y; —less = sprakeloos, niet uitgesproken; —y = woordenrijk, langdradig: —y warfare = woordentwist.
  • Wordsworth, [w`[^a]dzw[e]th].