Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/1348

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

WORE.


  • Wore, [wö], imperf. van to wear.
  • Work, [w[â]k], subst. werk, arbeid, bezigheid, bewerking, behandeling, etc.; —s = industrieele inrichting, fabriek, (uur)werk; goede werken, zedelijke plichten (tegenover "genade"), muren, loopgraven, versterkingen, vestingwerken; verb. werken, arbeiden, zich inspannen, gisten, stampen (v. een schip), werken op, zich laten bewerken, laten werken, afbeulen, sturen, leiden, oplossen, bedienen, afvisschen, dresseeren, etc.: That is a good day's — = eene flinke dagtaak; It's hard and slow — = moeilijk en langzaam vorderend werk; Bicycling is warm — = warm werk; At —! = aan het werk! They were at — on the map = aan het werk; A maid of all — = meid alléén; To be out of — = zonder werk, stilstaand; You'll have all your — cut out for you = er de handen vol aan hebben; To find a person — = werk verschaffen; I must try to get through all this — to-day = al dit werk zien af te krijgen; You are going the right (wrong) way to — = legt het goed (verkeerd aan; To go (fall) to — with a will = met ijver aan het werk gaan; To go out to — = uit werken gaan; To make sad — of = verknoeien; To make short — of = korte metten maken met; To set to — = aan het werk gaan, aan het werk zetten; Take up the — you dropped last week = vat het werk weer op; To be thrown out of — = buiten werk (geraakt) zijn; Gas—-s = gasfabriek; An iron—-s = ijzergieterij; The Board of —s = een lichaam, dat de secular functions van de Vestries in de meeste parishes heeft overgenomen (Zie Vestry); To — guns = bedienen; He —ed his men fewer hours = liet werken; To — a mill = aan den gang brengen, drijven; To — arithmetical problems = oplossen; To — a railway = exploiteeren; If I could — my will = mijn zin kon doorzetten (Vergel. To — with a will = flink aanpakken); —ed in iron, gold, etc. = van ijzer, goud bewerkt; He is a hard —ed man = hij moet hard werken; Stocks are —ing down = de effecten gaan naar beneden; The ship is —ing to windward = kruist naar loevert op; I have been —ing at my grammar = heb gewerkt; He —ed himself into the king's favour = drong zich in; I had a headache but I have —ed it off = maar ze is met werken overgegaan; That did not — on him = had geen invloed; It has —ed out something good = heeft uitgewerkt; I left these things to — out their own problems = om vanzelf tot oplossing te komen; To — out one's dinner, passage = zijn middagmaal, overtocht verdienen met daarvoor te werken; We have steadily —ed through all the exhibits = hebben alle uitstallingen geregeld nagegaan; He —ed up his rage = hij werd al woedender; It was —ed up into something quite different = er kwam geheel iets anders van; He —ed himself up into a passion = maakte zich driftig;