Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/171

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

CARRION.


  • Carrion, [k`ari[e]n], subst. kreng: —-beetle = aaskever; —-crow = aasraaf; —-vulture = aasgier.
  • Carrom, [k`ar[e]m], Zie Carom.
  • Carronade, [k|ar[e]n`e`id], scheepskanonnetje.
  • Carrot, [k`ar[e]t], gele wortel, karot: —s = rood haar; rooie; —y = geelrood.
  • Carry, [k`ari], dragen, vervoeren, brengen, overbrengen, overdragen (van eigendommen enz.), binnenbrengen; wegnemen; uitwerken, volbrengen, de overhand behouden, verdragen, meebrengen, bij zich hebben, verkrijgen; uitdrukken; vertoon maken, bevatten; met geweld nemen, kleven (van sneeuw b.v. aan de voeten), het hoofd hoog dragen; draagwijdte: To — the day = de overwinning behalen; To — coals = zich als voetveeg laten gebruiken; To — coals to Newcastle = turf in 't veen brengen; The motion was carried = aangenomen; Seven and eight are fifteen, five — one = vijf 'k houd er één; To — an outwork = (in)nemen (Mil.); To — property = overdragen; Don't — tales = klap niet uit de school; To — the wind = het hoofd hoog dragen (van paarden); To — one's years lightly = met eere. Met adject.: To — fair = zich vriendelijk toonen; That is —ing it very fine = gij neemt het zeer nauw; To — it high = zijn neus in den wind steken; Fetch and — = apporteeren. — Met voorz. en bijw.: To — about = (met zich) ronddragen; Quantity carried it against quality = won het van; To — along = voortdragen; To — away = wegdragen; As far as my memory will — me back = gaat; I was (got) carried away by my anger = liet mij meesleepen; He carried everything before him = won alles, van allen; It will be carried forward (to your credit) = geboekt, overgebracht; The work was carried into execution = ten uitvoer gebracht; To — off = wegvoeren; She carried off the honours in her class = behaalde de prijzen; To — a thing off = iets tot een goed einde brengen, redden door talentvolle behandeling, zich er doorslaan; Drink and idleness carried them off = sleepten .. ten grave; Don't — on like that = stel u niet zoo aan; To — on a business, a lawsuit = drijven, proces voeren; To — out = naar buiten dragen, uitvoeren, voleinden; To — over = overdragen, transporteeren, vertalen; The character of the hero is carried through to the end = volgehouden; They carried it through at all costs = zetten het door "coûte que coûte"; —-all = Am. rijtuig; slede; —ing-agent = expediteur; —ing-business = expeditiezaak; —ing-trade = expeditiezaak, reederij; vrachtvaart; —ing-traffic = goederenvervoer; —ing-van = vrachtwagen.
  • Carse(land), [k`âs(l|and)], aangeslibd land (Schotl.).
  • Cart, [kât], subst. vracht(kar); verb. per vrachtkar vervoeren: To put the — before the horse = de paarden achter den wagen spannen; To be put in the —