Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/231

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

CONNOISSEUR.


  • luikend toelaten, opzettelijk door de vingers zien (met at); —r = hij, die toelaat.
  • Connoisseur, [koni[vs]`û[e]], [konis`[â]], (kunst)kenner; —ship = — schap.
  • Connotation, [k|on[e]t`e`i[vs]'n], (bij)beteekenis, kenteeken; Conn`otative of C`o`nnot|ative, ook beteekenend, bijbeteekenissen hebbend; Connote, [k[e]n`o`ut], tegelijk beteekenen.
  • Connubial, [k[e]nj`ûbj'l], huwelijks. . .,]**s . . . ,] gehuwd: — bliss = huwelijksgeluk; Connubi`a`lity = echtelijke staat; Connubi`a`lities = echtelijke liefkoozingen.
  • Conoid, [k`o`unôid], conoïde; adj. kegelvormig.
  • Conquer, [k`o[n,]k[e]], veroveren, onderwerpen, overwinnen; —able = overwinnelijk; —or: The —or = Willem de Veroveraar; Conquest, [k`o[n,]kw[e]st], verovering, onderwerping, overwinning.
  • Conrad, [k`onrad]; Conrade, [k`onreid].
  • Consanguineous, [konsangw`inj[e]s], verwant in den bloede; Consangu`i`nity = bloedverwantschap.
  • Conscience, [k`on[vs]'ns], geweten: In — = redelijkerwijs; In all — = voorzeker; — clause (= Cowper-Temple —) = bepaling in de Education Act (1870), dat ouders hun kinderen kunnen vrijstellen van het godsdienstonderwijs in de Elementary Schools; —-keeper = iemand die als ons 'uitwendig' geweten fungeert; zielverzorger; — money = vrijwillig gezonden bedrag als men te weinig belasting heeft betaald; —-proof = verhard; —-smitten (—-stricken) = gekweld door; Conscientious, [kon[vs]i`en[vs][e]s], nauwgezet, gewetens - -: subst. —ness; Conscionable, [k`on[vs][e]n[e]b'l], redelijk, billijk; Conscious, [k`on[vs][e]s], bewust, gewaar, schuldbewust, zelfbewust: I am not — of any guilt = ik ben mij niet bewust van; subst. —ness.
  • Conscript, [k`onskript], subst. iemand, die aangeloot is voor den krijgsdienst; adj. op de dienstrol geplaatst: — fathers = senatoren (van Rome), raadsleden; —ion = verplichte krijgsdienst.
  • Consecrate, [k`ons[e]kr|it], adj. geheiligd, gewijd; — verb. [k`ons[e]kr|e|it], heiligen, wijden, inwijden, consacreeren; C|onsecr`ation = wijding, inzegening; C|onsecr`ator = inwijder; C`o`nsecr|atory = heiligend, wijdend.
  • Consecution, [konsikj`û[vs]'n], opvolging, reeks, gevolgtrekking; Consecutive, [k'ns`ekjutiv], geregeld, opvolgend, volgend; —ness = 't op elkaar volgen.
  • Consensual, [k'ns`e`n[vs]u[e]l], reflex - -; Consensus, [k'ns`ens[e]s], overeenkomst, -stemming, sympathie.
  • Consent, [k'ns`ent], subst. overeenstemming, berusting, toestemming; — verb. instemmen, berusten, toegeven: Silence gives — = die zwijgt stemt toe; By (with) one, By common — = éénstemmig; The age of — = 14 jar. leeftijd in Engel.; —aneity, [k|onsent[e]n`îiti], onderlinge overeenkomst; —aneous, [k|onsent`e`inj[e]s], overeenstemmend, gelijktijdig; subst. —aneousness; —ient, [k'ns`en[vs]i[e]nt], eenstemmig.
  • Consequence, [k`onsikwens], gevolg, uitwerking, gewicht: In (By) — of = ten gevolge van, dientengevolge; That is of no — =