Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/346

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

ELECTRIC.


  • maken; —r = springkever, springtor; El`ation = opgetogenheid, enz.
  • Elbe (The), [dhi-`elb], Elbe; Elberfeld, [`elb[e]feld]: The — system of poor relief = Elberfelder stelsel van armenverzorging.
  • Elbow, [`elbou], elleboog, bocht, hoek; — verb. met de ellebogen duwen; bochten: I am at your — = vlak bij u; He is out at —(s) = hij is in slechten doen; hij zit met zijn elleboog(en) door de mouwen; I am up to my —s in work = zit tot over de ooren in het werk; He jogged (nudged) my — = hij gaf mij een duwtje (ter herinnering); To lift (crook) one's — = onmatig drinken; To shake one's — = dobbelen, spelen; He —ed people about = duwde op zij; He —ed his way through the crowd = baande zich met geweld een weg door; —-chair = armstoel; —-grease = harde handenarbeid; —-rest = leuning; —-room = ruimte van beweging.
  • Eld, [eld], ouderdom, grijsaard; oude tijden: Like the princesses of —.
  • Elder, [`eld[e]], subst. oudere, ouderling, voorvader; adj. ouder, senior; —-brethren = de regenten van Trinity House; — hand = speler aan de voorhand (kaartspel); My —s = ouderen dan ik; The —s = voorvaderen; ouderlingen; An —ly gentleman = bejaard, oudachtig heer; —ship = de betrekking van ouderling, de ouderlingen; hooge ouderdom; eerstgeboorte; Eldest = oudste: — born = eerstgeborene.
  • Elder, [`eld[e]], vlier: —-gun = proppenschieter.
  • El Dorado, [|eld[e]r`âdou], [|eld[e]r`e`idou], Eldorado.
  • Eldri(t)ch, [`eldrit[vs]], vreemd, spookachtig, ijzingwekkend.
  • Eleanor, [`eli[e]n|ö], [`el[e]n|ö]; Eleazer, [|îli`e`iz[e]].
  • Elecampane, [|el[e]k'mp`e`in], alant.
  • Elect, [il`ekt], subst. uitverkorene, gekozene; adj. uitverkoren, gekozen; — verb. uitkiezen, verkiezen, kiezen: The Lord Mayor — = de nieuw gekozen (nog niet zijne functies aanvaard hebbende); The — = de uitverkorenen Gods; —ion = keus, verkiezing, praedestinatie, genadekeus: —ion auditor = iemand belast met het opmaken van de kosten voor eene parlementsverkiezing; —ion cry = verkiezingsleus; —ion judges = twee rechters, die de protesten (Petitions) tegen eene verkiezing onderzoeken; —ioneer, [il|ek[vs][e]n`î[e]], stemmen werven bij verkiezingen: —ioneering-agent = verkiezingsagent; —ive = uitkiezend, verkiezend: —ive affinity = chem. verwantschap, affiniteit; —ive franchise = kiesrecht; —or = kiezer, keurvorst; —oral college = kiescollege; —-oral law = kieswet; —oral offences = knoeierijen; —orate, [il`ekt[e]rit], de gezamenlijke kiezers; keurvorstendom; —orship = ambt van een keurvorst; —ress = keurvorstin.
  • Electrepeter, [ilektr`ep[e]t[e]], stroomwisselaar.
  • Electric, [il`ektrik], electrisch, electriseer{{...: — battery = electr. batterij; — car = electr. tramwagen; — circuit = kringstroom; — clock; — column = kolom van Volta; — current = electr. stroom;