Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/516

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

HEN.


  • hennepnetel; —-seed = hennepzaad: To die of a —en fever = aan de galg sterven.
  • Hen, [hen], kip, hen: Every — must sit on her own nest = ieder moet zijn eigen zaakje opknappen; —-bane = bilzenkruid; —-coop = hoenderhok; —-harm, —-harrier = blauwe kuikendief; —-hawk = kuikendief; —-house = kippenhok; —-peck: He is a —-pecked husband = hij zit onder de plak van zijne vrouw; —-roost = hoenderrek, kippenhok; —nery = kippenloop.
  • Hence, [hens], adv. vanhier, hier vandaan, daardoor komt het dat; interj. weg, ruk uit; A week — = over eene week; — I am sad = dat is de reden mijner droefheid; (From) —forth, [h|ensf`öth], — forward, [h|ensf`öw[e]d], [h`ensf`öw[e]d], voortaan.
  • Henchman, [h`en[vs]m'n], vroeger een bediende of page; betaalde politieke aanhanger, handlanger.
  • Hendecagon, [hend`ek[e]g|on], elf hoek.
  • Hendecasyllable, [h|end[e]k[e]s`il[e]b'l] (vers)regel van elf lettergrepen; adj. Hend|ecasyll`a`bic.
  • Henriette, [henri`et[e]]. Henry, [h`enri].
  • Hent, [h`ent], grijpen, pakken.
  • Hepatic(al), [hip`atik('l), lever..; Hepatite, [h`ep[e]t|a|it], [h`îp[e]t|a|it], leversteen; Hepat`itis, leverontsteking; Hep|atoc`ele = leverbreuk.
  • Heptachord, [h`ept[e]k|öd], reeks van zeven noten, zevensnarig instrument; Heptagon, [h`ept[e]gon], zevenhoek; Heptahedral, [h|ept[e]h`îdr'l], zevenzijdig; Heptahedron, [h|ept[e]h`îdr'n], zevenzijdige figuur; Heptangular, [hept`a[n,]gjul[e]], zevenhoekig; Heptarchy, [h`eptâki], heptarchie; Heptastich, [h`ept[e]st|ik], zevenregelig vers; Heptateuch, [h`ept[e]tj|ûk], de eerste zeven boeken van het O. Testament.
  • Her, [h[â]], bez. en pers. voorn.w., haar.
  • Heracl(e)id, [h`er[e]kl(a)id], Heraclide; Heracl(e)idan, [her[e]kl`a`id'n], subst. afstammeling van Hercules; adj. tot de Heracliden behoorende.
  • Herald, [h`er'ld], subst. heraut, wapenheraut, bode, voorlooper; verb. aankondigen, verkondigen: —s' college = Hooge Raad van Adel, bestaande uit den Earl Marshal, 3 kings-at-arms en 6 heralds; —ic, [h[e]r`aldik], wapenkundig; —ry, [h`er'ldri], wapenkunde, praal; ambt van heraut = —ship.
  • Herb, [h[â]b], gras, kruid (éénjarig); —-woman = groentevrouw; —aceous, [h[â]b`e`i[vs][e]s], tot de kruiden behoorende, plantenetend; —age, [h`[â]bid[vz]], de gezamenlijke kruiden of grassen, gras, weide, weiderecht; —al = kruiden - -, planten - -; subst. kruidenboek, herbarium; —alist = kruidenkenner, plantenverzamelaar, handelaar in geneeskrachtige kruiden; —arium, [h[â]b`êri[e]m], plantenverzameling, herbarium; —iferous, [h[â]b`if[e]r[a]s], planten voortbrengend; —ivora, [h[â]b`iv[e]r[e]], plantenetende dieren; enkelv. —ivore; —ivorous, [h[â]b`iv[e]r[a]s], plantenetend; —orize = botaniseeren.
  • Herculean, [h[â]kj`ûlj'n], herculisch, buitengewoon sterk, groot, moeilijk of gevaarlijk; Hercules, [h`[â]kjul|îz], Hercules: — beetle = Herculeskever.