Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/730

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

MUFTI.


  • omfloersen, omwinden (bel of riem), verbergen, blinddoeken, tot zwijgen brengen, mompelen; —-furnace = moffeloven; —r (= Muffle), sluier, doek, bokshandschoen, sourdine.
  • Mufti, [m`[a]fti], Mahom. geleerde, die godsdienstige en jurid. kwesties beslist: Officers in — = officieren in politiek; She is a saint in — = eene heilige in menschengedaante.
  • Mug, [m[a]g], kroes, kopje; smoel; — verb. ploeteren, blokken; grimeeren, gezichten trekken: To cut —s = gezichten trekken; I have got to — uncommonly hard = buitengewoon veel te ploeteren.
  • Muggins, [m`[a]ginz], een kinderkaartspel, soort dominospel.
  • Muggy, [m`[a]gi], nat, vochtig; schimmelig; aangeschoten.
  • Mugwump, [m`[a]gw|[a]mp], subst. hoofdman; gewichtigdoend persoon; onafhankelijk republikeinschgezinde; adj. gewichtig, onafhankelijk; — verb. zich onafhank. gedragen, gewichtig doen (Amer.).
  • Mulatto, [mjul`atou], mulat; Mul`a`ttress.
  • Mulberry, [m`[a]lb'ri], moerbezie(boom); donker purper.
  • Mulch, [m[a]lt[vs]], subst. bladaarde (tuinb.); — verb. bedekken met bladaarde.
  • Mulct, [m[a]lkt], subst. geldboete; — verb. (met geldboete) straffen: He was —ed of (in) 10 shillings = beboet voor; —uary, [m`[a]lktju[e]ri]: — punishment = geldboete.
  • Mule, [mjûl], muilezel; bastaardvorm, dwarskop; Jennymachine (= Spinning —); —-driver = —teer, [mj|ûl[e]t`î[e]], muilezeldrijver; Mulish = koppig, bastaard; subst. —ness.
  • Mull, [m[a]l], subst. stof, molm; verwarring, mislukking; fijne mousseline; kaap; soort snuifdoos; — verb. verwarren, verknoeien, warmen, zoetmaken en kruiden (van wijn); verkruimelen: He made a — of his affairs = bracht in de war; —ed wine = soort van bisschop, warme wijn; —er = ketel voor warmen wijn; wrijfsteen.
  • Mullagatawny, [m|[a]l[e]g[e]t`ôni], een met kerrie gekruide soep.
  • Mulle(i)n, [m`[a]lin], grootbloemige toorts.
  • Mullet, [m`[a]l[e]t], harder; poon; spoorradje, 5 hoekige ster.
  • Mulligatawny, [m|[a]lig[e]t``ôni] = Mullagatawny.
  • Mulleygrubs, Mulligrubs, [m`[a]ligr|[a]bz], buikpijn; knorrepot, slecht humeur.
  • Mullion, [m`[a]lj'n], versierde middenpost in een raam; — verb. verdeelen door —s.
  • Mullock, [m`[a]l[e]k], puin, verwarring, vuil.
  • Mulready, [m`[a]lredi].
  • Mulse, [m[a]ls], honigwijn.
  • Multangular, [m[a]lt`angjul[e]], veelhoekig; subst. —ness.
  • Multifarious, [m[a]ltif`êri[e]s], verscheiden, veelvuldig; subst. —ness.
  • Multiflorous, [m|[a]ltifl`ôr[e]s], veelbloemig.
  • Multiform, [m`[a]ltif|öm], met veel vormen; subst —ity.
  • Multilateral, [m|[a]ltil`at[e]r'l], veelzijdig.
  • Multi-millionaire, [m`[a]ltim`ilj[e]n|ê[e]], m|[a]ltim|ilj[e]n`ê[e], iemand die vele millioenen bezit.