Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/788

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

OVER.


  • verb. ([|o|uv[e]b`al'ns]) meer wegen, overtreffen, het evenwicht verliezen (= To — oneself); —b`e`ar = onderdrukken, onderwerpen; —b`e`aring = aanmatigend, heerschzuchtig, uit de hoogte; —b`i`d = meer bieden dan; —bl`o`w = overwaaien, uitrazen; —blown = verwelkt: An —blown fellow = overdreven, dwaze; —board, [ouv[e]b`öd], overboord; —bold = al te stout of vrijmoedig; —br`i`m = over (den rand) loopen; —bu`i`ld = te veel bouwen: This part of the town is —built = men heeft hier te veel gebouwd; —b`u`rden = overladen, te veel laden op; —b`u`y = te duur betalen, te veel koopen; —c`a`nopy = met een troonhemel bedekken; —careful = al te zorgvuldig of sekuur; —carry = te ver rijden (een passagier); —cast, [`o`uv[e]kâst], bewolkt; verb. ([|o|uv[e]k`âst]), te hoog schatten; bewolken, verduisteren; overnaaien: The sky is —cast = de hemel is bewolkt; —charge, [`o`uv[e]t[vs]|âd[vz]], subst. te hooge berekening, te groote lading, te veel betaalde vracht; verb. ([|o|uv[e]t[vs]`âd[vz]]), overdrijven, te zwaar beladen, overvragen, al te zeer vullen; —cl`o`ud = bewolken; —coat = overjas; —c`ome = overwinnen: He was very much —come = zenuwachtig, aangedaan; —-cr`e`dulous = al te lichtgeloovig; —cr`o`wded = overvol van; —d`o = overdrijven, te gaar koken, overwerken: We are —done with newspapers nowadays = worden overstelpt; I am —done = op, heb mij overwèrkt; The meat is —done = al te gaar; —dose, [ouv[e]dous], al te groote hoeveelheid of dosis; verb. ([|o|uv[e]d`o`us]), een te groote dosis geven; —dr`a`w = overdrijven, een wissel trekken voor meer geld dan het credit is: To —draw one's account; —dr`ive = te ver of te snel jagen of drijven: I am —driven = ik ben op, afgemat, heb mij overwèrkt; —d`ue = vervallen, te laat: The train is —due = de trein is over zijn tijd; —due letters = te laat bestelde of bezorgde brieven; —due rates = die al betaald hadden moesten zijn; —`e`a`r`nest = al te ernstig; subst. —earnestness; To —`e`at oneself; —`e`stimate = overschatten, overschatting; —-exp`osure = te lange belichting (photog.); —f`e`ed = te sterk voeden, volstoppen; —flow, [`o`uv[e]fl|o|u], subst. overstrooming, groote overvloed; verb. ([|o|uv[e]fl`o`u]) overvloeien, overstroomen; —fl`o`wing = overstrooming; —-fond, [|o|uv[e]f`ond], al te teeder, dol; —freight, [`o`uv[e]freit], overvracht; —-fr`e`ight = overladen; —f`ull = al te vol; —-gr`e`edy = al te gulzig; —gr`o`w = met plantengroei bedekken, te groot worden; —grown = uit de kracht gegroeid, lang opgeschoten, hooggaand; —growth, [`o`uv[e]gr|o|uth], te weelderige groei, overvloed; —hand, bovenhandsch; —h`a`ng = overhangen, hangen over, bedreigen; —haul, [`o`uv[e]h|ôl], subst. streng onderzoek of examen, inspectie, herstelling; verb. ([|o|uv[e]h`ôl]), streng onderzoeken of inspecteeren, winnen op, herstellen, nazoeken, opzoeken: We —hauled the steamer = wij haalden in; —h`e`a`d = boven, boven het hoofd: —head ([`o`uv[e]hed]) conductor, wires =