Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/898

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

PURSLAIN.


  • a tight hand on the —-strings = de hand op den zak houden, gierig zijn; To loosen one's —-strings = de hand in den zak steken, (ongaarne) geven; —r = administrateur; Pursiness, subst. v. Pursy.
  • Purslain, Purslane, [p`[^a]slin], postelein, portulak.
  • Pursuance, [p[^a]si`û[e]ns], vervolg, voortzetting: In — of your favour = ingevolge uw geëerd schrijven; Pursuant, [p[^a]si`û[e]nt], overeenkomstig (to); Pursue, [p[^a]si`û], vervolgen (met het doel om in te halen of te vangen), voortzetten, voortgaan: To — a fashion, a tale; He —d his headlong course = zette zijn doldriftigen loop voort; They — after riches = zij jagen rijkdommen na; —r = vervolger, najager; Pursuit, [p[^a]si`ût], vervolging, jacht op; —s = bezigheden, arbeid, studie: His —s are literary rather than commercial = hij houdt zich meer met letterkundigen arbeid dan met handelszaken bezig; We were in — of the game = wij vervolgden het wild; The — of knowledge = het najagen van kennis.
  • Pursuivant, [p`[^a]swiv'nt], volgeling, wapenheraut (— at arms).
  • Pursy, [p`[^a]si], kort en dik, kortademig, opgeblazen.
  • Purulence, Purulency, [pj`ûrulens(i)], etterigheid; P`urulent = etterig.
  • Purvey, [pâv`e`i], voorzien van, verschaffen, aanschaffen; —ance = het verschaffen van levensmiddelen, mondvoorraad, levensmiddelen; —or = leverancier: —or to the Queen = hofleverancier.
  • Purview, [p`âvjû], uitgestrektheid, grens, omvang, competentie.
  • Pus, [p[a]s], etter.
  • Puseyism, [pj`ûzi|izm], de leerstellingen van de Oxford School; Puseyite, [pj`ûzi|a|it] = volgeling van Pusey, een der hoofdleiders van de Oxford Movement.
  • Push, [pu[vs]], subst. duw, stoot, aanval, energie, volharding; verb. duwen, stooten, voortdrijven, vooruithelpen, (aan)dringen, aanvallen: At a — = in geval van nood; in één slag of stoot; He brought (put) things to the last — = hij dreef de zaken tot het uiterste; When it comes to the — = in het beslissende oogenblik; You must — good books = den verkoop of lectuur bevorderen; He —ed the comparison too far = zette te ver door; We —ed him hard = we legden hem het vuur na aan de schenen; He —ed a joke = tapte eene aardigheid; To — one's way = vooruitdringen; Let us — at them = op hen aanrukken, hen aanvallen; He —ed himself forward = drong naar voren; To — off = opruimen, afzetten, afstooten; — on = vooruit! haast u!; He —ed on his work = zette zijn werk krachtig en met spoed voort; To — up one's eyebrows = optrekken; —-button = knop van electr. bel; —-cart = soort kinderwagen; To play at —-pin = prikken (kinderspel); —-strokes are barred = billardeeren mag niet; —ful, —ing = energiek, ondernemend: A —ing fellow.