This page needs to be proofread.
RECEIPT.
- Reboil, [rîb`ô`il], opnieuw koken.
- Rebound, [rib`a`und], subst. terugstuiting, echo; — verb. terugstuiten, weerklinken, weergalmen: Many a heart is caught in (on) the — = wanneer het nog bloedt na versmaad te zijn door een ander.
- Rebuff, [rib`[a]f], subst. terugstoot, weigering, afwijzing; — verb. terugdrijven, afwijzen: To meet with a —.
- Rebuild, [rîb`ild], weder opbouwen.
- Rebukable, [ribj`ûk[e]b'l], wat berisping verdient; Rebuke, [ribj`ûk], subst. berisping, standje; — verb. berispen, laken: He caught a — = hij kreeg een standje; —ful = berispend, bitter; —r.
- Rebullition, [r|îbul`i[vs]'n], opborreling, opkoking.
- Rebury, [r|îb`eri], opnieuw begraven.
- Rebus, [r`îb[e]s], rebus, devies (op een schild), waarbij de naam door eene teekenfiguur of een beeld wordt voorgesteld.
- Rebut, [rib`[a]t], terugslaan of -stooten, afweren, van repliek dienen, weerleggen; —tal = weerlegging; —ter = antwoord van den beschuldigde na dat van den aanklager.
- Recalcitrance (Recalcitrancy) [rik`alsitr'ns(i)]: Carlyle's style excites — in novices = wekt tegenspraak bij oningewijden; Recalcitrant, [rik`alsitr'nt], weerspannig, tegenstrevend; subst. weerspannige; Rec`a`lcitr|ate = zich verzetten, tegenstreven; subst. Rec|alcitr`ation.
- Recall, [rik`ôl], subst. herroeping, terugroeping (het signaal daarvoor); — verb. herroepen, opzeggen, terugroepen, zich herinneren: That is past — = onherroepelijk; These two officers are under — and on their journey back = deze twee ambtenaren zijn teruggeroepen; To present one's letters of — = brieven van rappèl (van een gezant); I can't — it to mind = me niet herinneren.
- Recant, [rik`ant], herroepen; —ation = herroeping: He made a —ation = hij herriep zijne bewering, trok ze in; —er.
- Recapitulate, [r|îk[e]p`itjul|e|it], in het kort herhalen; subst. R|ec|apitul`ation; adj. R|ecap`i`tul|ative, R|ecap`i`tul|atory: — exercises = oefeningen ter herhaling.
- Recaption, [rik`ap[vs]'n], terugname (van een wederrechtelijk onthouden bezit); Rec`a`ptor = hernemer, die het buit gemaakte terugneemt; Rec`a`pture, subst. herovering, heroverde prijs; — verb. heroveren, terugnemen.
- Recast, [rik`âst], opnieuw gieten of vormen, opnieuw bewerken, nogmaals berekenen; ook subst.: Sixth edition, — and augmented = opnieuw bewerkte en vermeerderde uitgaaf.
- Recede, [ris`îd], teruggaan, terugloopen, zich terugtrekken, wijken: He —d into the background = hij trad op den achtergrond; —r.
- Recede, [r|îs`îd], [r`îs|îd], weder afstaan aan den vroegeren bezitter.
- Receipt, [ris`ît], subst. ontvangst, het ontvangene, voorschrift, recept, kwitantie, reçu; — verb. eene kwitantie geven, voor voldaan teekenen: A — for catching birds by putting salt on their tails = een