Page:Ruize-rijmen 1922.pdf/253

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page does not need to be proofread.

237 Poetig boksertje, Waarom boudeer je nou? Stil maar. Ik heb wat meegebracht, Kijk hier: pralines, zalig zacht; Mondj' open! Da's voor jou! Zielig boksertje, Ik r i l terwijl ik rijm, Want als je strakjes heel misschien Een enkel drupje bloed mocht zien, Dan val je vast i n zwijm! Doddig boksertje, Mijn loflied loopt ten eind. Ziehier den zondaar dan bekeerd, Het boksen — 'k heb het nu geleerd —• Verweeklijkt, en verfijnt. Honnig boksertje, Reik mij je poez'le hand; Ik heb je onrecht aangedaan, En mijn bekeering dank ik aan...™ De Rotterdammer krant! 30.

RECLAME-RIJM.

„Toen zong ik slechts uit lust; nu dwingt het lot daartoe; Want nood is bitter kruid: in noodtijd bulkt de koe." — ff. Poot Cm. „Een Euize-Eijm van liefde, vet en olie." Advertentie-vers voor de Oliefabrieken-Calvé, Delft, door Charivarius. Zie de bladen. „Dat niet!" Uitroep van afschuw.

,

Ik rijmel voor reclame, Ik dicht voor wie maar dokt; 't Heeft menig heer en dame Geërgerd en geschokt: De ruize-ridder rolt van 't ros, door grof gewin gelokt! Mijn grommen en mijn grapjes Verkoop ik a contant, Wanneer je met je flapjes Maar zwaait met vlotte hand; Ik juich, of jammer — wat je wilt — voor vorst en vaderland.