Page:Ruize-rijmen 1922.pdf/49

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page does not need to be proofread.

33 Ze loopen, ongedurig, Vergaderingen af, 't Gesprek wordt bits en vurig, Hun leven wordt een straf, Hun eens zoo teer gekeuvel wordt een politiek geblaf. Weg is de lieve Vrede, Verbroken is de band, Het zwaard verlaat de scheede, De veete-fakkel brandt, Ze bakkeleien alledag tot heil van 't Vaderland. Daar krijgen plotseling beiden Een lumineus idee: Als onze stemmen strijden, Wint geen partij er mee: We dokken dus de boete, en we stemmen geen van twee! De goede geest herleeft dus, Nu zijn ze niet meer boos, En 't Vrouwenkiesrecht heeft dus Op alle stembureaux Den zwaren arbeid zeer verlicht. Vertel 't maar op de Soos.