Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/1194

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

TIMBRE.


  • barrière, woud (Amer.); adj. houten; verb. met hout beschieten, van hout bouwen: Shiver my —s = de drommel hale mij; He had a well—-ed frame = goed gebouwd en krachtig lichaam; —-forest = hoogstammig woud; —-lesson = het afranselen en uit de stad jagen van vagebonden (Amer.); —-merchant = houtkooper; —-*ship = houtschip; —-trade = houthandel; —-tree = boom die timmerhout oplevert; —-work = houtwerk, timmerwerk; —-yard = houtstek, houtloods; —ed = van hout gemaakt, met hout beschoten, bedekt met boomen voor timmerhout, massief, krachtig.
  • Timbre, [t`imb[e]], timbre.
  • Timbrel, [t`imbr'l], soort van tamboerijn.
  • Time, [taim], subst. tijd, duur, keer, maat, tempo, gelegenheid; verb. in verband met den tijd inrichten of regelen, op het juiste oogenblik doen, de maat aangeven, den tijd bepalen voor, overeenstemmen, maat houden, etc.: He who gains —, gains everything = tijd gewonnen, alles gewonnen; Take — while — serves = gebruik uw tijd goed; — and straw make medlars ripe = de tijd baart rozen; — is money; — enough always proves little enough = menschen, die den tijd hebben komen altijd tijd te kort; — and the hour runs through the roughest day = aan den zwaarsten dag komt eenmaal een einde; — and tide wait for no man = de tijd schikt zich niet naar ons, wij moeten ons naar den tijd schikken; — was, when . . = er was een tijd, dat; What — is it? = What is the —? = hoe laat is het? Then is the — to show your talents = dan is het tijd; — is up! = het is tijd, de tijd is om; In course of — = mettertijd; That is quite a length of — = dat is een heele tijd; He did it in the right nick of — = te juister tijd; — and again = telkens weer; In —s to come = in de toekomst; From —s immemorial = sedert onheugelijke tijden; I have known him — out of mind = ik ken hem ik weet niet hoe lang al; Apparent, Solar — = zonnetijd; Sidereal — = sterrentijd; Greenwich — = tijd volgens den meridiaan van Gr.; It is close — = gesloten jachttijd; In the day — = over dag; I received your favour in due — = uwe letteren te bestemder tijd; It's a dull — = een saaie, slappe tijd; We had a good (fine) — = hebben ons uitstekend geamuseerd; He came here in good — = op het juiste oogenblik; Do everything in good — = op zijn tijd; We hope to marry in good — = als de omstandigheden gunstig zijn; Lost — is never found again = verloren tijd keert nimmer weer; Many a — and oft = herhaalde malen; The mean — = middelbare tijd; In the mean — = middelerwijl; There is no — like the present = stel niet uit wat ge heden kunt doen; begin dadelijk; He did it in less than no — = in een ommezien; The good old —s = de goeie oude tijd; I shall do it in proper — = te bekwamer tijd; To march at quick (double quick)