Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/1310

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

WARN.


  • wie of wat verwarmt; Warming, subst. pak slaag; adj. verwarmend: —-pan = beddepan, iemand die eene betrekking vervult om deze open te houden tot de bedoelde persoon ze vervullen kan; groot ouderwetsch horloge; Warmth = warmte, vuur, gloed, hartelijkheid.
  • Warn, [wön] waarschuwen, aanzeggen, oproepen: I — you against such a behaviour = waarschuw u voor; He —ed us of the coming of the general = kondigde aan; They were —ed off the hunt, being unfit to ride = nun werd aangezegd, niet mee te gaan op jacht; The infirm and aged are —ed off = worden hier niet toegelaten (worden gewaarschuwd weg te blijven); —er; Warning = waarschuwing, aankondiging, dienst-*opzegging: My mistress has given me — = heeft mij den dienst opgezegd; I gave you proper — of it = heb u behoorlijk er voor gewaarschuwd; Take — of his example = spiegel u aan; — notice-boards = waarschuwingsborden.
  • Warp, [wöp], subst. schering ( and woof), kromming, boegseerlijn, werptros; slib; verb. kromtrekken, krimpen, verdraaien, een verkeerde richting geven, scheren, kunstmatig besproeien of inundeeren, boegseeren, verhalen, bevloeien; —ed = krom, verdraaid, vertrokken: A —ed, unframed photo stood on his desk = een kromgetrokken; His conclusions are occasionally —ed by sympathy = zijne voorliefde maakt dat zijne conclusies wel eens wat verdraaid zijn; —er = werkman, die de schering aanzet; Warping: —-bank = dam om het water op een stuk land te houden; —-machine, —-mill = handmolen tot het maken der schering.
  • Warrant, [w`orn't], subst. volmacht, machtiging, proces-verbaal, bevel tot inhechtenisneming, borgstelling, garantie, cedel, aanstelling door den korpskommandant; verb. waarborgen, garandeeren, machtigen, toestaan, bekrachtigen, verzekeren, instaan voor, betuigen, verdedigen: — to appear = dagvaarding; The death—- was signed by the king = doodvonnis; A search—- = bevel tot huiszoeking, opsporing, enz.; — of apprehension, arrest = bevel tot aanhouding of arrestatie; — of attorney = procuratie of notarieele volmacht; — of caption = steekbrief; — of distress = bevel tot beslaglegging; —s were issued = bevelschriften werden uitgevaardigd; Without a — = ongemotiveerd; — officer = officier met rang tusschen luitenant en sergeant, dek-officier (te vergelijken met onze onder-luitenants en adjudant-onderofficieren) bij warrant aangesteld; I — you that he is a clever fellow = verzeker u, sta er voor in; I — it good = sta er voor in, dat het goed is; —able = verdedigbaar, wettig (= by law), oud genoeg voor de jacht er op (v. herten); —ee, [w|or'nt`î], die gewaarborgd wordt; —er = volmachtgever, waarborger = —or, [w`or'nt[e]], [w|or'nt`ö]; —y, subst. belofte, waarborg.
  • Warren, [w`or'n], konijnenpark, fazantenpark, vischweer, krot; —er = opzichter.