Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/27

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

ADMIXTURE.


  • voor het publiek; —tedly = zooals algemeen wordt erkend.
  • Admixture, [adm`ikst[vs][e]], bijmenging, bijmengsel.
  • Admonish, [adm`oni[vs]], vermanen, waarschuwen; subst. Admonition, [|adm[e]n`i[vs]'n]; Adm`o`nitory = vermanend.
  • Adnascent, [adn`as'nt]: — plant = parasiet.
  • Ado, [[e]d`û], drukte, moeite: Much — about nothing = veel geschreeuw en weinig wol; There's a nice — = dat is een mooie boel! Without any more — = zonder verdere omslag.
  • Adolescence, [|ad[e]l`es[e]ns], jeugd(ige leeftijd); |Adol`e`scent = jeugdig; subst. jongeling, jong meisje.
  • Adolphus, [[e]d`olf[e]s], Adolf.
  • Adonean, [|ad[e]n`î[e]n], Adonic, [[e]d`onik], Adonisch; Adonis, [[e]d`o`unis], Adonis; `A`donize = zich adoniseeren.
  • Adopt, [[e]d`opt], (als kind) aannemen; aanwenden, zich bedienen van: You — a disagreeable tone to me = ge permitteert u; —able = aanneembaar; —ed = aangenomen; genaturaliseerd (Amer.); —ion = aanneming; —ive = adoptief, vreemd.
  • Adorable, [[e]d`ör[e]b'l], aanbiddelijk; subst. —ness; |Ador`ation = aanbidding; Adore, [[e]d`ö], aanbidden, vereeren; —r, aanbidder.
  • Adorn, [[e]d`ön], versieren, verheerlijken; —ment, versiering.
  • Adrian, [`e`idri[e]n], Adriaan; Adriano, [|adri`ânou]; Adriatic, [eidri`atik] of [|adri`atik]: — Sea = Adriatische Zee.
  • Adrift, [[e]dr`ift], rondzwalkend: To send — = in een boot zetten en laten drijven; To turn — = aan zijn lot overlaten, wegzenden.
  • Adroit, [adr`ô`it], behendig, handig (at); —ness, handigheid.
  • Adscript, [`adskript], subst. en adj. lijfeigen(e) = Adscript`i`tious, adj.; —ion, lijfeigenschap.
  • Adulate, [`adjuleit], kruipend vleien; Adulation, [|adjul`e`i[vs]'n], kruiperij; `A`dul|ator, kruiper; `A`dul|atory, vleiend, kruiperig.
  • Adult, [[e]d`[a]lt], subst. en adj. (de of het) volwassen(e); —ness, het volwassen zijn.
  • Adulterant, [[e]d`[a]lt[e]r[e]nt], middel ter vervalsching; Adulterate, [[e]d`[a]lt[e]rit], adj. vervalscht; verb. [[e]d`[a]lt[e]r|e|it], vervalschen; Adulter`ation, vervalsching; Ad`u`lter|ator, vervalscher.
  • Adulterer, [[e]d`[a]lt[e]r[e]], echtbreker, afgodendienaar; Adulteress, [[e]d`[a]lt[e]r[e]s], echtbreekster; Adultery, [[e]d`[a]lt[e]ri], overspel; Adulterine, [[e]d`[a]lt[e]rin] of [[e]d`[a]lterain], adj. onecht, vervalscht; Ad`u`lterous, overspelig, afvallig; Ad`u`ltery = overspel, afgodendienst.
  • Adumbrate, [[e]d`[a]mbreit], schetsen, aanduiden: The difficulties here —d; |Adumbr`ation = schets.
  • Advance, [adv`âns], subst. voortgang, vooruitgang, bevordering, verhooging, voorsprong, aanbod, voorschot, hooger bod, winst; — verb, bevorderen, verheffen, verhoogen, verbeteren, voorschieten; voortgaan, vooruitgaan, klimmen, stijgen; ontwikkelen, aanvoeren; Is there any —? = biedt iemand meer? My desires are in — of my means = zijn grooter dan; I tell you so in — = vooruit; The price of the