Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/679

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

MAKE.


  • schatte op; I will not — any more words about it = er geen woord meer over verliezen, niet langer over kibbelen; I — bold to observe = ben zoo vrij; He —s free with my wine = doet alsof het zijn wijn is; To — good = vergoeden, houden, handhaven, rechtvaardigen, verdedigen, verantwoorden; To — good a promise = houden; To — good one's reputation = handhaven; I — the sum larger than you do = houd voor grooter; To — light of a thing = licht opvatten; We have made rather merry to-day = vrijwat pret gehad; You — merry with me = houdt me voor 't lapje; He made no more of the dog than if he had been a lamb = gaf niet meer om; To — much of = veel ophebben met; The riders made much of their horses after the charge = liefkoosden; He —s sure of it = hij acht het zeker; I will — sure of it = er mij van vergewissen; To — believe = doen gelooven, doen alsof; A —-believe = voorwendsel; It made me laugh = deed me lachen; That will — against your plan = benadeelen; They made after the deer = vervolgden het hert; The king made away with his enemies = ruimde uit den weg; It was made away with = verloren, gestolen, etc.; They made away with the soup = aten de soep op; To — down a dress = vermaken; The ship —s for the harbour = zet koers naar; That —s for peace = leidt tot; What has he to — in the matter? = te maken; He made the warehouse into a ball-room = veranderde; I do not know what to — of it = kan er geen touw aan vastmaken; I cannot that man out = ik begrijp, "snap", dien man niet; He made out on me for £ 8 = trok een wissel op mij van; You can — out the steeples here = duidelijk onderscheiden; A skilful defender might perhaps — out a case for him = kon hem misschien vrijpleiten; He made out the account = schreef; He made over his property to his cousin = schonk, droeg over; A made-over black silk = vermaakte; —-up = grimeeren; subst. grime, verkleeding, uitdenksel; I say, you must — it up = zeg er eens, jullie moet elkaar de hand (der verzoening) geven; You are making up to her = tracht u aangenaam te maken, maakt haar het hof; All your money does not — up a guilder = bedraagt nog geen; To — up one's books = opmaken; To — up medicine = klaarmaken; I have made it up for you = in orde gemaakt; He could not — up lost ground = het verlorene niet herwinnen; He made up to me = kwam op mij toe; The actor was made up beautifully = goed gegrimeerd; We shall have to — up for lost time = moeten inhalen; To — up a loss = een verlies vergoeden; I have made up my mind = ik ben besloten; The proofsheet was not made up as yet = nog niet opgemaakt; A made-up story = gefingeerd verhaal; He made as if he consented = veinsde; —-peace = vredestichter; —-shift = be{{peh