Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/709

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

MINERAL.


  • of) = in de pan hakken (milit.); —-pie = eene met —meat gevulde pastei; —r = hakmachine; geaffecteerd persoon; Mincingly = geaffecteerd, vergoelijkend.
  • Mind, [maind], subst. gemoed, geest, ziel, neiging, herinnering, zorg, meening; verb. letten op, behartigen, bezwaren hebben, bedenken, van zins zijn: Absence of — = verstrooidheid; Presence of — = tegenwoordigheid van geest; To be in one's right — = bij zijn volle verstand zijn; To be of one — = eenstemmig zijn; To be in two (several) —s = weifelen; To be out of one's — (of unsettled —) = niet recht bij zijn verstand zijn; To bear in — = bedenken; To bring (call) to — = te binnen roepen, zich herinneren; It came into my — = de gedachte kwam bij mij op; To cross (enter) one's — = te binnen schieten; To feel in half a — = half van plan (geneigd) zijn; To have a great — = veel lust hebben; To have no — = geen lust hebben; To have all the — in the world = allemachtig veel trek hebben; To keep in — of = herinneren aan; He does not know his own — = weet zelf niet wat hij wil; To make up one's — = besluiten; Make up your — for it = bereid er je op voor; I will put you in — of it = je er aan herinneren; He has set his — upon it = zijn zinnen er opgezet; Speak your — = zeg wat je op het hart ligt, spreek ronduit; Out of sight, out of — = uit het oog, uit het hart; The house has stood there time out of — = sedert onheugelijke tijden; To my — = naar mijn meening; So many men so many —s = zooveel hoofden, zooveel zinnen; — you! = denk er om! Never — = het kan niet schelen; — your own business = bemoei je met je eigen zaken; To — a child = passen op; To — the door = om de deur denken, op het huis passen; — your head-ache = denk om je hoofdpijn; I should not — going there now = zou er nu wel heen willen; — your P's and Q's = pas op je tellen; —-reading = gedachtenlezen; —-wandering = ijlen; —ed = geneigd, gezind: He was —ed to end the matter = van plan; If you are (so) —ed = als ge er zin in hebt; —ful = opmerkzaam, voorzichtig, gedachtig: Be —ful of your health = denk om; subst. —fulness; —less of everything = op (om) niets lettende (denkende).
  • Mine, [main], van mij: This book is —; A friend of — = een mijner vrienden; — host = de waard.
  • Mine, [main], subst. mijn, rijke bron; verb. ondermijnen (ook fig.); uitgraven, graven naar: A gold —; —-captain = mijnopzichter; —r = mijnwerker, mineur.
  • Mineral, [m`in[e]r'l], subst. delfstof; adj. delfstoffelijk, mineraal: — kingdom = delfstoffenrijk; — oil; — salt = mineraalzout; — spring; — waters = minerale bronnen of wateren; —iz`ation, subst. v. —ize = versteenen, mineraliseeren; —ogic, [m|in[e]r[e]l`od[vz]ik]; mineralogisch; —ogist, [m|in[e]r`a]{{peh