Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/756

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

NOTHING.


  • letten op, nota of notitie nemen van, aanteekeningen maken, laten protesteeren: — of charges = onkosten-nota; — of exclamation (interrogation); A thing worthy — = merkwaardig iets; He is a man of — = man van aanzien en gewicht; As per — = volgens nota; We compared —s together = wij vergeleken onze bevindingen; To make a — of = aanteekenen; To take —s = aanteekeningen maken; To take no — (of it) = geen nota nemen van, niet letten op; —-book = aanteekenboek; —-paper = klein formaat schrijfpapier; —-shaver = iemand, die tegen buitensporige rente wissels disconteert, enz.; maker van valsche bankbiljetten; —worthiness, subst. v. —-worthy, [n`o`utw[^a]dhi], merkwaardig; He is a —d general = vermaard; —dness = vermaardheid.
  • Nothing, [n`[a]thi[n,]], subst. niets, kleinigheid, nul, prul: For — = te vergeefs; Next to — = zoo goed als niets; — at all = in 't geheel niets; The piece was — like so witty as I expected = het leek er niet op, dat; There was — for it but to get out = er zat niets anders op dan; To have — on = niets aan hebben; That's — to me = dat kan mij niet schelen; He is — to us = we hebben niets met hem te maken; There's — in it = dat beteekent niets, is van geen belang; I will have — to say to you = niets met u te maken hebben; It is — to be inquired into = het is de moeite niet waard, er onderzoek naar te doen; Things have come to — = er is niets van gekomen; I can make — of it = kan er niet uit wijs worden; — venture, — have = wie niet waagt, die niet wint; —ness = waardeloosheid.
  • Notice, [n`o`utis], subst. opmerking, aandacht, acht, hoede, kennisgeving, waarschuwing, aankondiging, recensie; verb. opmerken, waarnemen, notitie nemen van, vermelden, bespreken, recenseeren, eerbied bewijzen: To escape — = onbekend (onopgemerkt) blijven; He gave me — (to leave, to quit) = hij heeft me de huur (den dienst) opgezegd; Have you given — as yet? = hebt ge u al (voor 't examen) aangegeven; The child takes — in a wonderful way = krijgt al merkwaardig veel "weet"; At a moment's — = onmiddellijk; At (a) short — = op korten termijn; We —d the work in last week's issue = hebben in ons nummer van de vorige week besproken; Do not — me = doe maar alsof ik er niet ben, let niet op mij; I had no opportunity of noticing this to you = u hierop opmerkzaam te maken; —-board = aanplakbord; —-paper = agenda; —able = opvallend, opmerkenswaard: Actresses generally go about with —able dress = zijn nogal dikwijls opzichtig gekleed.
  • Notification, [n|o|utifik`e`i[vs]'n], kennisgeving, verwittiging, mededeeling, het beteekenen (van een vonnis); Notify, [n`o`utif|a|i], bekend maken, verwittigen, kond doen.
  • Notion, [n`o`u[vs]'n], begrip, denkbeeld, nei{{peh