Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/83

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

BALAS(S)-RUBY.


  • —-bridge = wipbrug; —-fish = hamerhaai; —-knife = tafelmes, waarvan door het zware heft het lemmet niet het tafellaken raakt; —-master, —-mistress = équilibrist; —-pole = balanceerstok; —-sheet = balans; —-step = zweefpas; —r = koorddanser; équilibrist.
  • Balas(s)-ruby, [b`al[e]sr`ûbi], roode spinel.
  • Balcony, [b`alk[e]ni], balkon.
  • Bald, [bôld], kaal, naakt, armzalig; met witten kop: —-face = slechte whiskey (Amer.); —-head(ed), —-pate(d), subst. (en adj.) = kaal(kop).
  • Baldachin, [b`ald[e]kîn], baldakijn.
  • Balderdash, [b`ôld[e]d|a[vs]], subst. wartaal, onzin; bocht.
  • Baldric, [b`ôldrik], gordel of schouderriem.
  • Baldwin, [b`ôldwin], Boudewijn.
  • Bale, [beil], subst. baal; onheil; verb. in balen verpakken; uithoozen. (Zie Bail). —-fire = brandstapel; bakenvuur; Baling-paper = sterk pakpapier (Am.); Baleful, noodlottig, onheilspellend.
  • Balearic Islands, [b|ali`arik`a`il'ndz], Balearische eilanden.
  • Baleen, [b[e]l`în], balein.
  • Balfour, [b`alf[e]]; Baliol, [b`e`ili[e]l].
  • Balise, (Balize), [b[e]l`îz], baken.
  • Balk, [bôk], subst. balk; ongeploegd gelaten strook land; teleurstelling, veredeling; — verb. dwarsboomen, verijdelen, teleurstellen; blijven steken; weigeren te springen, onaangeroerd laten; aanwijzen van de richting van haringscholen: —-line = streep (bij den onderband van een E. biljart); —er = een visscher, die vanaf een hoogte signalen geeft over de haringscholen; —y = koppig.
  • Balkan, [b`ôlk'n] of [b|alk`ân]: The —s = Balkanstaten.
  • Ball, [bôl], bal, balspel, kogel, kluwen, (rijks)appel; — verb. (zich) tot een bal vormen: — and socket joint = kogelgewricht; The — of the foot = bal, zool, holte van den voet; A — of wool = kluwen; Brandy —s = soort balletjes; Uncle three —s = "Oome Jan"; To have the — at one's feet = 't spel in handen hebben (fig.); To hole a — = stoppen (bilj.); To keep the — rolling = iets aan den gang houden = (To keep the — up); To load with — = met kogels; To open the — = het bal openen; discussies, strijd beginnen; To set (To start) the — rolling = iets aan den gang brengen; The snow —ed under the hoofs of the horses; —-cartridge = scherpe patroon; —-cock = balkraan, waardoor de watervoorraad in een vat vanzelf geregeld wordt door een drijvenden bal, die haar opent of sluit; —-proof = kogelvrij; —-room = balzaal.
  • Ballad, [b`al[e]d], ballade; straatdeun; —-maker, —-monger = liedjesverkooper (—maker).
  • Ballast, [b`al[e]st], subst. ballast; puin; — verb. ballasten, in evenwicht houden; met puin bestrooien; —age = rechten op 't innemen van ballast.
  • Ballet, [b`alei], ballet: A hole in the — = ironische uitroep wanneer iemand blijft