Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/879

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.

PROCIDENCE.


  • heid van testamenten geconstateerd werd, waar door den executor "the will was proved"; thans een afd. van de Probate, Divorce and Admiralty Division of the High Court of Justice; — duties = recht te betalen bij het aanvragen van — of a will = successierecht; Probation, [pr[e]b`e`i[vs]'n], bewijsvoering, voorwaardelijke vrijspraak, bewijs, onderzoek, proeftijd: To preach on — = een proefpreek houden (Amer.); —al = —ary = op proef, proef{{...; Probationer, [pr[e]b`e`i[vs][e]n[e]], provisioneel aangestelde, novitius, proponent (Schotl.); Pr`obative = op proef, proef{{...; Probator, [pr[e]b`e`it[e]], onderzoeker; Pr`obatory = proef - -.
  • Probe, [proub], subst. tentstaal of sonde, peilstift (Med.); verb. sondeeren, onderzoeken: They —d my knowledge to its utmost quick = peilden mijne kennis; —-scissors = wondschaar.
  • Probity, [pr`obiti], beproefde eerlijkheid of rechtschapenheid, oprechtheid.
  • Problem, [pr`obl'm], vraagstuk, lastig geval: He could not do that —, solve that — = kon dat voorstel niet maken, dat vraagstuk niet oplossen; —atic(al), [pr|obl[e]m`atik('l)], twijfelachtig, onzeker; —atize, [pr`obl'm[e]t|a|iz], vraagstukken voorleggen.
  • Proboscidean, [proub[e]s`idi[e]n], van snuitdieren (olifanten, etc.); ook subst.; Proboscis, [pr[e]b`osis], snuit (van olifanten, tapirs; ook de zuigorganen der insecten), groote neus.
  • Procedure, [pr[e]s`îdj[e]], handelwijze, manier v. doen, procedure.
  • Proceed, [pr[e]s`îd], voortgaan, voortzetten, voortrukken, voortkomen uit, ontstaan, overgaan tot procedeeren, een acad. graad verkrijgen: This —s from sheer vanity = komt voort uit; He —ed on his way, journey = zette voort; Let us — to business = aan het werk gaan, tot onze werkzaamheden overgaan; You — upon the wrong principle = gaat te werk; Let us — with our business = laten wij voortgang maken met; —ing = voortgang, handeling, gedragslijn, handelwijze; —ings = maatregelen in eene rechtszaak genomen, verslagen van een genootschap: —ings of the Geographical Society = Handelingen v. het Aardrijkskundig Genootschap; He took legal —ings = deed gerechtelijke stappen; He wound up the —ings of the meeting with a speech = besloot de werkzaamheden der vergadering; Proceeds = opbrengst: He lived on the — of his estates = hij leefde van de opbrengst (rente, huur) zijner (land)goederen.
  • Process, [pr`o(`u)s[e]s], voortgang, loop, verloop, handelwijze, maatregel; verlenging; chem. proces, dagvaarding: In — of time = in verloop van tijd; To serve a — on = dagvaarden; Procession, [pr[e]s`e[vs]'n], processie: Funeral — = begrafenisstoet; —al, subst. titel van een deel van het Rituaal met 14 artikels over processies; adj. tot eene processie of een stoet behoorende; —ary = processie - -.
  • Procidence, [pr`o(`u)sidens], verzakking; Prociduous, [pr[e]s`idju[e]s], verzakkend, verzakt.